manege-zit te laten vervallen, zoodat wij het voordeel hebben dat
de man slechts op één wijze geoefend wordt, nml. in den door
Caprilli gevonden zit.
S.Is Uw Italiaansche zit dan niet dezelfde als de onze met
verkorte stijgbeugelriemen
P.Neen! Indien gij alleen de beugels verkort is het gevolg,
dat de ruiter meer achter in den zadel gaat zitten, en dat bij het
verlichten van den zit, wat gij toch ook kent, hij te hoog uit den
zadel komt, met alle nadeelen daaraan verbonden als reeds in
het eerste van deze artikelen beschreven.
Het Italiaansche voorschrift (Istruzione Individuale a Cavallo)
zegt bij de algemeene toelichtingen op de africhting derrecruten,
dat het doel, dat in het oog gehouden moet worden bij de af
richting, is: „den recruut een vasten gemakkelijken zit in het
„zadel te geven, zoodanig dat hij nimmer, ook niet met het
„lichaamsgewicht, die volledige vrijheid van beweging van het
„paard tegenwerkt, welke onmisbaar is om met de minste krachts
inspanning, en daardoor gewillig, alle handelingen te verrichten
„die de ruiter van hem vraagt".
Hetzelfde voorschrift beschrijft de houding van den ruiter te
paard als volgt
„Licht in het zadel zitten; de dijen schuin naar voren, met de
binnenzijde zonder krachtsinspanning aangesloten aan het zadel;
het kruis dicht bij den voorboom.
„De knieën stil en elastisch.
„De beenen natuurlijk afhangend de voeten met de hakken
laag en de zool naar buiten gekeerd.
„Het bovenlijf rechtop en elastisch, met de lendenen licht naar
voren gedruktde schouders teruggetrokkenhet hoofd vrij op
gericht.
„De armen natuurlijk tegen het lichaam, zonder stijfheid licht
naar voren gestrektde polsen buigzaam, de handen zonder
krachtsinspanning gesloten en dicht bij den voorboom van het
zadel geplaatst, in het verlengde van de onderarm, de nagels
naar de schoft gekeerd".
Het voorschrift zegt verder dat, evenals bij U, de vastheid van
zit een noodzakelijke factor is voor de lichtheid en onafhankelijk
heid van de hand.
„Deze zit eigent zich niet alleen voor den militairen ruiter,
„die daardoor zijn paard gedwee vindt en gereed tot gehoorza-
„men, omdat het niet gehinderd wordt, maar ook voor den jacht-
„ruiter en voor de rennen. Ook hier geldt dat een goede zit nog
„niet een goede hand garandeert, doch wel dat men geen goede
„hand kan hebben zonder een goeden zit. Ofschoon de beginselen
„van de houding zooals hiervoor genoemd onveranderlijk zijn,
„zoo is het duidelijk dat de houding der genoemde deelen van
„het lichaam en meer speciaal van het bovenlijf zich wijzigt met
65