III. Kostenbesparing.
De totale bezuiniging is berekend op f 2.009.503.— 's jaars,
waarvan f 1.360.000 voor rekening van het leger en f649.500.
voor rekening van de politie komt, welk totaal bedrag dient
te worden verhoogd met de niet in nauwkeurige cijfers weer
te geven besparing op transportkosten, uitgaven voor wapening,
verloven en pensioenen, opleidingskosten, onderhoudskosten voor
gebouwen, uitgaven voor verlichting en watervoorziening enz., als
gevolg van vermindering van personeel en opheffing van bezet
tingen.
Hiertegenover staan uitgaven ineens als gevolg van bouwen en
bijbouwen van kampementen tot een bedrag van f282.250.
IV. Risico.
De legerpolitiecommissie is er zich van bewust dat doorvoering
van hare voorstellen leidt tot het inschakelen van gevaarsfactoren,
doch zij is tevens van oordeel, dat het risico niet grooter zal zijn
dan onder de huidige tijdsomstandigheden nog verantwoord is.
In de Memorie van Antwoord op het Afdeelingsverslag over de
IVe begrootingsafdeeling werd een exposé van de denkbeelden
en voorstellen der legerpolitiecommissie overgelegd, teneinde een
basis te vormen voor de besprekingen, die in dit stadium in den
Volksraad ev. aan het legerpolitievraagstuk zouden worden gewijd.
De openbare beraadslagingen over onderwerpelijke aangelegen
heid getuigen eenerzijds van instemming en berusting, terwijl
anderzijds bezwaren, welke zich hoofdzakelijk tot Java beperkten,
tegen de voorstellen werden ingebracht, waarvan de voornaamste
in het kort als volgt kunnen worden geformuleerd
lo. de politioneele opleiding der marechaussee's is onvol
doende
2o. de marechaussee's zijn onvoldoende bekend met de toe
standen en gewoonten van de bevolking;
3o. onder de marechaussee's zijn er, die de landstaal niet
kennen en van niet-Javaansche afkomst zijn
4o. de mentaliteit der marechaussee's is van dien aard, dat zij
voor het verrichten van veldpolitiewerk niet of minder geschikt
worden geacht.
De voorzitter der legerpolitiecommissie, die door de Regeering
gemachtigd was, namens de commissie inlichtingen te verstrek
ken, stelde tegenover de te berde gebrachte bedenkingen in
hoofdzaak het volgende
ad lo. Het zou inderdaad het beste zijn alle militairen een
politioneele opleiding aan de politieschool te doen volgen. De
bezuiniging gebiedt echter ook in dit opzicht beperking. Drie
deskundigen n. 1. de directeur van de politieschool, een der
76