V. Tactische beschouwingen over de slagorde van den kreeft en den in deze formatie gevoerden strijd, aan de hand van de in het „Damar Woelan"-ver- haal voorkomende aanteekeningen. Een enkele blik op de teekening (bijlage 2) van de „Soepit Oerang-slagorde", doet ons onmiddellijk zien, welke manoeuvre met deze opstelling wordt beoogd de „dubbele omvatting" ligt aan deze slagorde ten grondslag. Wij hebben thans echter tactisch te beschouwen de groepeering van de strijdkrachten en de wijze, waarop de manoeuvre door de Javanen werd uitgevoerd. Bezien wij dus eerst de verdeeling der troepen in de genoemde slagorde, dan vallen al dadelijk de volgende opmerkingen te maken cl. In tegenstelling met de hedendaagsche opvatting van de om vattende manoeuvre, waarin het element „beweging" de hoofd schotel vormt en de frontgroep aanvankelijk slechts een af wachtende houding aanneemt met een „vasthoudende" taak, hebben wij hier het geval, dat de troepenmacht, welke de omvatting zal tot stand brengen, zich in haar geheel „in rust" bevindt. De omvatting wordt hier verkregen door het uitzet ten van een val, welke zoodra de vijand er eenmaal is in- geloopen dichtklapt. De beide omvattende vleugels moeten zich zeer zorgvuldig tegen waarneming uit het voorterrein dekkenvoortijdige onderkenning door den vijand doet de waarde van de geheele slagorde te niet. Is de aanvaller in de slagorde binnengedrongen en in gevecht gewikkeld met de voorste troepen van de frontgroep, dan moeten de aan voerders van de omvattende vleugels initiatief ontwik kelen door op het tactisch juiste oogenblik voorwaarts te gaan en op te treden tegen flanken en rug van den aanvaller. Deze zit dan letterlijk „in de tang" en wordt van alle zijden door de opdringende troepen bestookt. Heeft dus het begrip „omvatting" in de hedendaagsche krijgskunst steeds het element van verplaatsing in zich, hier wordt uitgegaan van een rustopstelling, welke zoodanig is gekozen, dat slechts één strijdwijze kan worden gevolgd: de dubbele omvatting. Het offensieve element in deze slag orde komt dus eerst naar voren in den vorm van een dubbel omvattenden tegenaanval, welke wordt uitgevoerd met het zwaartepunt bij de frontgroep. b. De omvattende groep (en) in de hedendaagsche manoeuvre worden steeds zoo sterk mogelijk gemaakt, omdat van deze groep(en) de beslissing van het gevecht afhankelijk is. Boven dien moeten zij zoo lang mogelijk kunnen blijven manoeu vreeren en daartoe van huis uit een geeigende opstelling innemen. Op deze wijze blijft de bevelhebber in de gelegenheid het initiatief aan zijn zijde te houden. 315

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 19