1. WILLEM VAN ORANJE.
In deze tijden met hun als wereldverschijnsel waarneembaren
trek tot verdieping in het denken en doen van groote historische
figuren, valt voor ons de viering van het vierde eeuwfeest van
de geboorte van Prins Willem van Oranje.
In onzen benarden tijd met onzekere toekomst, neiging tot
twijfel en wankelmoedigheid, ziet de geest graag achterom, zoe
kend een steunpunt in de historie. Daarom trekken de gedachten
zich thans met te meer spanning samen op de herdenking van
hem wiens devies, in benauwder tijdperk dan het onze, was: je
maintiendrai.
Het is hier de plaats niet om in den breede den levensloop
van den grooten Oranje te volgen; wij beperken ons en willen
trachten in een korte schets tot ons te doen spreken den man,
die onversaagd, met kloekmoedige volharding zijn leven wijdde
aan het heil der Nederlanden.
Den 24sten April 1533 te Dillenburg geboren, ging de jeug
dige Prins in 1544 naar Brussel om aan het hof van Karei V
verder te worden opgevoed en daar de staatkunde en den krijgs
dienst te leeren. Reeds vroeg onderscheidde hij zich door zijn
vernuftigen geest en zijn voortreffelijk geheugen al spoedig werd
hij raadsman van den keizer.
In 1554 opperbevelhebber van de Nederlandsche troepen in
een veldtocht tegen Frankrijk, werd hij in het najaar van 1555
teruggeroepen om tegenwoordig te zijn bij den troonsafstand van
Karei V, wiens zoon Filips II voortaan heer der Nederlanden
zou zijn.
Slechts vijf jaren verbleef Filips II nog in de Nederlanden om
dan naar Spanje te gaan, doch niet dan na de vreemde overheer-
sching door de benoeming van zijn zuster Margaretha van Par
ma tot Landvoogdes, verzekerd te hebben.
De Nederlandsche adel, onder leiding van den Prins van Oranje,
kwam weldra tegen het regeeringsstelsel in oppositie.
Teleurstelling in de hoop op zelfstandigheid en gewetensvrij
heid verwekte algemeen misnoegen, de Edelen sloten hun Ver
bond. De bloedige onderdrukking van de veldwinnende Hervorming
leidde tot de uitbarsting van verzet, den beeldenstorm.
Het Verbond der Edelen sprong uiteen, de pogingen tot weer
stand werden verijdeld. De Landvoogdes schrijft een nieuwen eed
van gehoorzaamheid „tegen elk en een iegelijk, zonder eenige
uitzondering", voor. Willem van Oranje stond voor de beslissende
keus, weigerde en verliet 22 April 1567 het land.
299