een Bataljons-C. zit of daarmede verbinding heeft en van waar tevens het vóór de infanterie gelegen terrein goed kan worden ingezien. Hij neemt zijn schaarkijker mede, door een man gedragen, doch laat de rest van zijn batterij-staf met materieel achter. Een luite nant uit de batterij neemt zijn plaats in als vuurleider. Hij krijgt te beoordeelen welke doelen al of niet moeten en kunnen worden beschoten door de afdeeling, wanneer de tijd dringt en het te veel tijd zou vorderen om de beslissing van den Afd.-C. af te wachten. Ten slotte is het toch de Afd.-C., die de batterijen aanwijst en aan deze de vuuropdracht geeft. De luite nant, C. der le AVP., is hem daarbij behulpzaam; de kapitein overziet het doelenterrein, terwijl de luitenant een inschietvuur waarneemt en omgekeerd. De W.'s houden een doelenlijst aan en geven elk doel een nummer, door den Afd-C. opgegeven, die ze ook in zijn doelen- lijst laat aanteekenen. De W. geeft zijn standplaats aan zijn Afd.-C. op de kaart aan, zoo nauwkeurig als voor hemzelf mogelijk is, wat voldoende zuiver is voor een vuurwaarnemersstandplaats, en, indien hij een hoekmeetinstrument bij zich heeft, bovendien de lijn ten opzichte waarvan hij waarneemt. De Afd -C kan zijn schaarkijker aan een AVP. afstaan. Aanbevelenswaardig zou het zijn, dat tot de uit rusting van de le AVP.'s een verdeelde cirkelrand behoorde, waarop de prismakijker bevestigd kan worden, en die tevens op den drievoet van het planchet past. Bij den Afd.-C. worden de W.-standplaats, de waarnemingslijn en de doelen op de werkkaart uitgezet. Aan de BCn. wordt door gegeven de W.-standplaats en gaandeweg de doelen in coördi naten met het no. Het inschieten heeft plaats op de wijze als bij luchtwaarne- ming. De vurende batterij geeft met vereenigde of verdeelde richtlijnen een 1" laag af met GSW. GKLSP. De W. meldt: de gemiddelde zijdelingsche richting in °/00 door hem gezien en zoo mogelijk het of in geschatte aantallen meters (bijv. 200) en c.q. de gemiddelde SH. en het aantal An. en SPn. Heeft de W. geen inzicht in het terrein, dan komt van de schatting van het en weinig terecht. Het wordt dan een inschieten met één zijpost. Is daarentegen het inzicht in het terrein goed, dan kan ook ingeschoten worden met vereenigde richtlijnen en op- loopende afstanden. Zuiverder is de volgende werkwijze Gelukt het den kapitein-W. op 200 300 m. zijwaarts een W. met een schaarkijker uit te schuiven, gemakkelijk te bereiken en met seinverbinding, dan meldt hij den Afd.-C. tevens de richting van den 2en W.-post ten opzichte van de waarnemingslijn en den afstand. Aan den 2en W. moet een doel duidelijk gemaakt kunnen 344

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 48