terwijl inmiddels bij den Div. St. het overgangsschema verder berekend en uitgewerkt wordt (e. e. a. geschiedt o. m. door C. I. G. en het 3e kantoor in onderlinge samenwerking) en in overleg wordt getreden met Hd. Kw. V. voor aflossing op 7-3-'33 van C.4 en Inf. I door veldlegertroepen. T. a. v. de voornoemde berekening, moge worden verwezen naar staat, bijlage 2, waarbij wordt aangeteekend dat de pontons van P. A. 1 t/m 3 (model van het Ned. leger) tweedeelig en be langrijk lichter zijn dan het momenteel in Indië aanwezige ma terieel, (zie art. „Rivierovergang" in het Maartnummer); zij zijn daardoor veel beter te hanteeren. De capaciteit dezer pontons bedraagt 26 volledig uitgeruste manschappen dan wel 12 volledig uitgeruste wielrijders dan wel 4 volledig uitgeruste motorwiel rijders, dan wel 2 idem met zijspan, zoodat voor de verschillende onderdeelen van het le echelon de ondervolgende hoeveelheden pontons noodig zijn per Cie Inf. (zonder k.m. karren en paarden) 6V2 ponton. pel. mitr. (geen paarden en karren) het strijdend gedeelte met 8100 patronen per stuk bijna 3 pontons. batj. Co. (zonder paarden) 2 pontons. regt. St. (zonder paarden, G. T. en B. T.) bijna 3 pontons. sie mort. (zonder karren en paarden) 2 pontons. Per ponton zijn voor het overroeien noodig 2 roeiers (vaste bemanning van de P. An) en voorts 2 aflossingen a 2 man van de Inf. of pioniers. Ook t. a. v. het gebruik der art. wordt een berekening gemaakt: beschikbaar zijn 3 afdn Abg., 1 afd. Avd. (motor) en 1 afd. Ahw. De afdn. bg. en vd. zijn aangenomen te bestaan uit 3 btn. a 3 stukken, de afd. hw. uit 2 btn. a 4 stukken. In verband met de geleidelijk gedurende den nacht binnenko mende berichten en de aanwijzingen der luchtfoto's omtrent gevechtsopstellingen op verschillende plaatsen langs den vijan delijken oever en bezetting van nabijgelegen kampongs, wordt per overgangsplaats een voorbereidend artillerievuur op den vijandelijken oever gedurende 5 minuten door minstens 1 afd. noodig geoordeeld, de verrassing wordt hierdoor niet noemens waard geschaad. Een gunstige oplossing (vuurconcentraties en overlappen van de tijden der bij één overgangsplaats achtereen volgens af te geven vuren) kan worden verkregen door daarbij de tijdstippen van aanvang der overgangen 1 en 3 iets te doen verschillen met die van de overgangen 2 en 4. Bij de bespreking over den artilleriesteun wordt erop gewezen dat van de voorgestelde stellingen uit ruimschoots over de op den eigen oever gelegen maskers wordt heengeschoten, dat echter met Avd. in het geheel geen mijnwerking bij het vuur op den 411 Hier aangenomen. W.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 11