oever kan worden bereikt, aangezien een daarvoor in verband met de oeverbegroeiïng noodzakelijk meer achterwaartsche op stelling het bezwaar zou geven van te groote spreiding; ook bij Abg. is op mijnwerking gedurende het eerste vuur zeer weinig kans. Zooals de stellingen worden voorgesteld, wordt bij nauw keurige voorbereiding van het vuur (met inwerkingstelling van het weerstation) de opstelling der troepen aan den eigen oever gedurende het eerste vuur in verband met de spreiding toelaat baar geacht. Bij het vuur, dat op den vijandelijken oeverstrook bij de overgangsplaatsen 1 t/m 4 wordt afgegeven kan voorts een vol doende vuurdichtheid worden bereikt. Opleggen van een extra hoeveelheid projectielen bij de stellingen wordt gewenscht ge oordeeld. Bovendien worden aan den W. Tji Oedjoeng-oever in de ruimten tusschen de overgangsplaatsen en op de flanken, behalve de Km. brigades van Inf. II nog 1 pel. mitr. en een sie inf. geschut (deze volgt bij de latere vaarten het le echelon) van 1 R. I. ter onder steuning opgesteld. De tijdstippen voor de verschillende vuren zoomede de ligging ervan komen overeen met (de bijlage van) het Div. bevel van 7-3-'33 waarin zij door den Div. C. zijn overgenomen; daarbij wordt opgemerkt, dat in verband met het beperkte doel van dit opstel de ligging van de voor te bereiden vuren O. van het rechter irrigatiehoofdkanaal slechts voor de dichtstbijzijnde vuren werd aangegeven. De ligging dezer laatste vuren is gekozen op de plaatsen, die zich blijkens de kaart bijzonder leenen voor weerstand door den vijand en voorts zoodanig dat na inname van het bruggenhoofd een scherm van artillerievuur voor de, volgens de kaart daar voor het eerst in aanmerking komende, frontgedeelten kan wor den gelegd. 6-3-'33, 7 n. m. wordt op het Div. St. Kw. een bevel van den C. V. ontvangen, waaruit blijkt dat in de gevraagde aflossing van C 4 en Inf. I ingaande 7-3-'33, 6 v. m. wordt voorzien. Verrichtingen 6/7-3-'33. In den vooravond van 6-3-'33 worden P. A. 1 en 2 uit Serang aangetrokkenhet materieel wordt buiten de inschepingsstrook, n. 1. bij Panosogan 1 tusschen km. 16'/3 en 15'/2 langs den weg afgeladenter voorkoming dat 's vijands aandacht getrokken wordt door het autogeraas geschiedt het autovervoer niet ver der en wordt geen circuit gereden, doch ter plaatse op den weg gekeerde. e. a. geeft ruim een uur oponthoud zoodat eerst te 11 n. m. al het materieel is ontladen en wordt aan gevangen met het gedragen verder brengen, waarbij o. m. hulp 412

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 12