Ad 2. Op deze wijze komen de tekortkomingen van een be hoorlijk ingerichten doelopsporingsdienst nooit aan het licht. In het G. V. Mob. A. wordt slechts onder verdediging in p. 60 (1) gesproken van: „De A. A. C. regelt den doelverkennings- dienst voor de gezamenlijke artillerie". Aangezien de benaming „doelverkenningsdienst" niet voldoende omvat, wat hier onder dezen dienst wordt gewenscht samengevat te worden, zal aan het woord „doelopsporingsdienst" worden vastgehouden. Op de verwaarloozing van dezen dienst is bij besprekingen binnen het wapen herhaalde malen tevergeefs gewezen. Wat is namelijk het geval bij alle oefeningen der laatste jaren De verkenningen ad a hierboven werden steeds tijdig aangezet en vlot verricht. De aanraking met den vijand werd verkregen, de bevelvoerende maakte zijn plan op, de artillerie werd in werking gebracht, de uitgezonden A. V. P.'s kwamen geleidelijk terug en werden dan weer van nieuwe orders voorzien. In divisieverband hield de D. A. C. den doelverkenningsdienst (opzette'ijk de oude benaming gebruikt) aan zichna de uitgifte van de bevelen aan de Afd.-Cn. voor het in stelling komen, werden de le A. V. P.'s, die ter beschikking stonden, van nieuwe orders voorzien voor het zoeken naar en bezetten van waarnemingspunten voor het opspo ren van doelen voor de geheele artillerie. Soms was het maar één A.V. P., die deze opdracht kreeg, zelden alle drie. Vanaf het oogenblik, dat er aanraking was verkregen met den vijand, tot op het oogenblik, waarop de waarnemingspunten door Afd.-Cn., B.-Cn. of A.V. P.'s waren bezet, een vrij lang tijdsver loop, zelden korter dan een uur, vaker langer, had de D. A. C. geen andere inlichtingen omtrent den vijand dan de Div. C. zelf. Een hoogst enkele maal vermeldden A. V. P.'s in de berichten waarnemingen betreffende den vijand, die bij louter toeval gedaan waren bij het zoeken naar uitzichtpunten. Doelen om onmiddellijk het vuur op te openen wanneer de batterijen tot vuren gereed stonden, waren er dan ook meestal niet. Dikwijls zijn het veront rustende vuren op een grooten weg of brug of défilé of terrein gedeelten, die de vijand bij zijnen opmarsch stellig moet gebruiken, welke dan worden afgegeven. Is een artillerie-vlieger in dit tijdsverloop in de lucht, dan kun nen daarvan belangrijke meldingen binnenkomen. De berichten, die gedurende dien tijd bij den Div. C. binnen komen en ook de D. A. C. verneemt, zijn veelal van zoodanigen inhoud, dat de artillerie daarop niet kan schieten. Toch zal in dat belangrijke tijdsverloop de vijand zich ook roerenhij marcheert ook op, of wel bezet eene voorbereide stelling, of trekt terug. In alle gevallen begaat hij ook fouten en zal doelen toonen, die de moeite waard zijn door de artillerie beschoten te worden, zoodra de eerste batterijen tot vuren gereed staan. Troepenverzamelingen, batterijen, aangevoerd materieel, enz. kunnen in dien tijd ontdekt worden aan de bewegingen, 435

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 35