In het Oorlogsvoorschrift Geneeskundige Dienst van het Neder-
Iandsch-Indische Leger wordt in de formatie van de transport-
afdeeling der hoofdverbandplaatsafdeeling evenals van de hulp-
verbandplaatsafdeelingen per vervoerseenheid (stalen brancard
veldbed) op niet meer dan twee ziekendragers gerekend.
Bij een recente geneeskundige oefening in de omgeving van
Tjimahi werd door den divisie-commandant erop gewezen, dat
in eenigszins zwaar terrein, of wanneer paggers of levende heggen
den doorgang versperren, het vervoer van een liggende gewonde
door twee ziekendragers met groote moeilijkheden gepaard kan
gaan. Inderdaad zal onder dergelijke omstandigheden het „lijdend
voorwerp" veelal min of meer geradbraakt op zijn bestemming
aankomen, zeer ten nadeele van zijn physieke gesteldheid, die
toch al door de verwonding geleden heeft
Daarbij komt, dat het vervoer per draagbaar in het algemeen
een zeer vermoeiend werk istwee dragers zullen veelvuldig moeten
rusten, waardoor de behouden vervoerssnelheid op een langer
traject tenslotte minimaal kan worden.
Ook in het Fransche leger heeft men deze bezwaren gevoeld
daar bestond reeds voor 1914 de bepaling, dat zoo noodig per
draagbaar drie brancardiers konden worden ingedeeld.
In den loop van den wereldoorlog bleek, dat ook dit systeem
nog niet geheel voldeed, zoodat in het nieuwe Fransche oorlogs
voorschrift voor den geneeskundigen dienst te \elde, dat tegen
het einde van den wereldoorlog het licht zag werd bepaald,
dat voor gedragen vervoer over langeren afstand de ziekendragers
der divisie (vormende de „groupe de brancardiers divisionnaire",
te vergelijken met onze transportafdeeling) zgn. transportploegen
zullen formeeren van vier dragers per brancard, die elkaar dan om
de beurt kunnen aflossen 2).
Degenen, die niet zelf het beladen veldbed torsen, steunen ter
weerszijden bij moeilijke passages, helpen bij het nemen van hin
dernissen als heggen, e. d. Zoodoende worden de krachten der
ziekendragers economischer gebruikt en een sneller, meer continu
en relatief comfortabeler gewondentransport verkregen.
Daar deze overwegingen n. h. v. evenzeer, zoo niet in sterkere
mate, voor het gewondenvervoer in onze Indische terreinen gelden,
is met deze oorlogservaring in het navolgende zoo veel mogelijk
rekening gehouden, door ook hier de beschikbare ziekendragers
te groepeeren tot „transportploegen" van vier man per stalen
veldbed.
Het spreekt intusschen van zelf, dat het gezegde niet zonder
meer opgaat voor vervoer over korte afstanden en langs goed
447
Service de santé en campagne, Vol. 82 mis a jour a Ia date du premier
juillet 1918.
2) Art. 72. Fonctionnement du groupe de brancardiers „les brancardiers
sont distribués a raison d'un brancard pour quatre porteurs".