uur, zoodat daardoor theoretisch een maximum aan doorstroo ming en een minimum aan oponthoud op deze 2 vervoersechelons is bereikt. De eerste gewonde komt aldus op de wagenplaats aan op een tijdstip U lU 2 '/4 72 U +- 172 uurde laatste gewon de kan op de wagenplaats verwacht worden om een tijdstip U 7« 7. 7* 872 =U 97. uur. Het tijdsverschil tusschen de aankomst van den eersten en den laatsten gewonde op de wagenplaats bedraagt 8 uur, in welke periode dus voortdurend gewonden naar de wagenplaats zullen toestroomen. De vraag rijst nu of met den tijdsduur, die de transportploegen voor den afvoer van de gewonden naar de wagenplaats noodig hebben, niet de dagelijksche maximum arbeidsprestatie van den gemiddelden ziekendrager zal worden overschreden. In het door de Fransche „Ecole Supérieure de Guerre" in 1928 uitgegeven boekje „Mémoire pour les travaux d'Etat Major" wordt aangegeven als maximum afstand, welke door de groep van 4 ziekendragers in functie kan worden afgelegd, 25 km. en wel 1272 km. heen en evenveel terug. Hierbij wordt gerekend op een gemiddelde vervoerssnelheid van 272 km/u, dus op een arbeids dag van 10 uur. In ons afmattende, tropische klimaat, met zijn dikwijls buitengewoon zware terreinen zal de maximum dag prestatie zeker niet grooter zijn, eerder iets minder; voor onze berekeningen werd zij aangenomen op 8 a 9 uur. Hieruit is dus de conclusie te trekken, dat met het door ons aangenomen maximale aantal van 300 gewonden per divisie per dag en bij onze als gemiddelde te beschouwen onderlinge af standen der geneeskundige formaties, het geneeskundig personeel der Tr.A. nog in staat is de gevallen gewonden binnen redelij ken tijd af te voeren, doch dat het daarbij tevens ongeveer zijn maximum prestatie zal hebben bereikt. Bij nog grootere verliezen, wat wel niet licht zal voorkomen, of bij ongunstiger terrein en langere vervoersafstanden, wat zeer zeker wèl kan voorkomen, zal de transportafdeeling het niet meer alleen af kunnen en dus van elders extra hulp moeten worden gevraagd.*) Van waar is deze extra hulp te verwachten In de eerste plaats zal hiervoor in aanmerking komen de Tr.A. van de Vd. H.A.in de tweede plaats zou de regimentsarts aan zijn re- 453 Ook voor het afzoeken van het gevechtsveld na afloop van den strijd, zooals zulks, behalve in het O. V. O. D. punten 39 t/m 42, ook uitdrukkelijk in het eerste lid van artikel 3 der kortelings door Nederland geratificeerde nieuwe Conventie van Oenève van 27 Juli 1929 is voorgeschreven, zal extra versterking moeilijk kunnen worden ontbeerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 53