3e. de manoeuvre. Ad le. slaat n.l. op den aanval van een troep, welke een be paald object moet vermeesteren (A. T. V. punt 149 (2)). ad 2e. op den aanval van de geheele troepenmacht, ad 3e. op beide vorengenoemde gevallen en ook op de sectie. Voor het logische verband is het wenschelijk eerst ad 2e te behandelen, doch daarbij tevens de „begrippen" in een eenigs- zins andere volgorde te nemen. Daartoe zullen we eenvoudigheidshalve bezien een detachement welks infanterie uit een regiment bestaat, dat oprukt met dé bedoeling den vijand aan te grijpen en beveiligd wordt door cavalerie en een voorhoede van een bataljon met mitrailleurs. Nadat de eerste aanraking met den vijand tot stand is gekomen zal op een gegeven oogenblik de voorhoede worden ontplooid' °.1?1 p?.n breed f_r°nt door het terrein te harken, daarbij de vijandelijke patrouilles verdrijvend en kleine weerstanden oprui mend Langzamerhand ontstaat aldus, als vanzelf, de eerste eevechts- aanraking, welke phase eveneens geleidelijk overgaat in het inlei- hpaf t'e.vec ™el als men °P tneer georganiseerden weerstand begint te stuiten, dan wel zelf wordt aangevallen. Mocht uit de berichten van de cavalerie en van de voorhoede blijken dat de vijand een breeder front beslaat dan de voorhoede kan afharken, dan wordt zij tijdig versterkt met 1 of 2 compae- meen, dan wel verlengd met een geheel bataljon. Intusschen is ook het detachement ontplooid, is de artillerie in stelling gebracht en worden de troepen, welke bestemd zijn het 2e echelon te vormen, gebracht naar het terrein waar de A. B. het gevecht wil doorvoeren, en de beslissing wil zoeken. Doch zóóver is het nu nog niet. Het optuigen van den alee- meenen aanval kost tijd! Deze tijd moet de (gewezen) voorhoede nu langzamerhand Ie échelon wordend, zich ten nutte maken om Z1(?h. z°oveeI mogelijk gegevens te verschaffen omtrent haar waar schijnlijk toekomstige aanvalsstrook (die belangrijk smaller zal zijn dan de strook waarin zij aanvankelijk heeft geharkt) en bovendien om den vijand te „binden". Dit binden is noodig om te beletten, dat de vijand zich de weel- nfarVHr00ri°? ie reserves in front weg te halen om ze lï bedreigden vleugel te zenden of ze in algemeene reserve te nemen Het bestaat uit een voortdurende actie en bedreiging blijven zitten en alleen maar schieten is niet voldoende De kunst "de^ dat men' zonder dat men nochtans ten aanval SXJden.v'J, den indruk opwekt, dat er elk oogenblik een aanval kan loskomen. Het is zeer moeilijk, temeer daar het bij nlTogen "lte.ra.ard WueiniR °f niSt t0t ziJn recht komt en d"S niet genoeg tot de verbeelding spreekt 470

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 70