ik nog genoeg (in de tasschen) en in tegenstelling met de hand
granaten zal het mij niet schaden als ik dit extra zaakje kwijt
ben (verschoten of verloren)".
Daar tegenover staat dat de taschvoorraad van alle geweer- en
karabijndragenden een—geschatte—dagvoorraad vertegenwoordigt
weliswaar is dit een gemiddelde, maar toch voor de eerste uren
voldoende.
Op grond van e. e.a. zou ik liever het uitreiken van munitie bij
ontwikkeling willen beperken tot uitgeven van k. m. munitieran
sels en handgranaten, en dus aan karabijn-dragenden geen reserve
munitie willen uitreiken.
Instede van munitieverspilling en verlies van vrij veel munitie
te riskeeren, waarbij de soldaat weer een belemmerende toevoe
ging aan zijn uitrusting ondergaat, zou ik het desbetreffende
G.V.I.-artikel gaarne zoodanig gewijzigd zien, dat de reserve-mu
nitie voor karabijndragenden wordt bestemd om te voorzien in
tijdens het gevecht blijkende behoeften, waarbij onmiddellijk na
opening van het vuurgevecht met opvoer naar voren wordt be
gonnen.
Zoodra de taschvoorraad is aangesproken zal de soldaat de
waarde zijner munitie beter beseffen dan indien hij extra munitie
boven dien voorraad moet medevoeren, soms uren voordat hij tot
het vuurgevecht komt, en dat tijdens moeizaam terreinwinnen.
Indien men dit principe aanvaardt, vervalt ook de noodzake
lijkheid van het sub 2 genoemde aanhouden der verpakkings
middelen na uitgifte der reserve-munitie, want nu wordt de uit
gegeven karabijn-munitie ook werkelijk verbruikt, daar zij prac-
tisch slechts naar behoefte wordt geopend
Bovendien zou ik dan de bestaande bepakkingswijze voor de
„k.m-karren" (le, 2e en 3e kar) van de compagnie willen be
houden, zoodat deze zouden bevatten
3X2152 patronen k.m.-munitie
1 kist handgranaten
3 trommels detonatoren,
en de 1000 patronen k.-munitie, welke luitenant MOJET op
deze karren instede van een kist handgranaten had ingedeeld,
willen overbrengen naar de 4e kar.
1 kist handgranaten 27.12 kg. 1 trommel a 1000 patr. 27 kg.
3 trommels detonatoren 1.20 kg. (2 blikk. a500 patr. 27.92
28 32 kg.
Weliswaar worden de „k.m.-karren" dan iets zwaarder dan bij
de door luitenant MOJET voorgestelde bepakking, doch m. i. kan
hierin best worden voorzien door een wijziging in de k.m.-uit
rusting.
In stede van de 3 groote en de 3 kleine tasschen met totaal
432 patronen, tezamen 19.53 kg. wegende, die na munitie-uit-
479