koop toe nemen. Met de door schrijver voorgestelde rijstzakken
nemen wij dan ook met een gerust hart genoegen.
De door ons op blz. 246 voorgestelde redactie iaat bovendien
ruimte genoeg om het uitgeven van de munitie voor „uitzwer
mende compagnieën naar behoefte te regelen.
Thans de door ons geschatte lange duur benoodigd voor het
uitgeven van de munitie, door Kapitein DE VEER het grootste
bezwaar tegen onze voorstellen genoemd.
Ook wij voelen dit bezwaar zeer duidelijk en aanvaarden
gaarne elk amendement hetwelk dezen tijd zou kunnen bekorten
Kapitein DE VEER meent zulks te kunnen bereiken door het
uitgeven van de k. munitie achterwege te laten en noemt dit
terecht een pnncipieele zaak.
Deze aangelegenheid vindt haar oplossing in de beantwoording
van de volgende vraag: acht men de bezwaren verbonden aan
de uitgifte en het medevoeren van deze reservemunitie grooter
?n"de voorst^lijn mi"dere kans op §ebrek aan munitie
Wordt deze vraag bevestigend beantwoord, dan dient bedoelde
uitgifte achterwege te blijven; is de beantwoording echter ontken
nend, dan verdient het door ons bepleite systeem aanbeveling.
De zaak is o. i. belangrijk genoeg om haar tot in details te
beschouwen, waarbij wij gemakshalve verder zullen spreken over
het systeem d. V. en het systeem M.
De bezwaren aangevoerd tegen het systeem M. zijn de vol gende
A. Het uitgeven van de munitie duurt langer.
reserYe"lunitie vormt een „niet geringe, maar vooral
lastige gewichtsvermeerdering van den toch reeds zwaar
belasten en ongemakkelijk behangen soldaat".
C. De uitgifte van deze munitie zal leiden tot „groot verlies
en groote verspilling van munitie".
Ad A.
Kapitein DE VEER geeft een somber beeld van de verwarring,
welke zal ontstaan bij de door ons voorgestelde wijze van uit-
fust zalhemS?gen0VCT VStm"1 WaarblJ' meer kalm,e e"
Toetsen wij dit eens aan de werkelijkheid.
.J Daa^0oe ste!^" wij tegenover de bevelen door ons gegeven od
blzn. 238 en 239 de bevelen, welke bij het systeem d. V. noodig
zijn zoolang de „schablone" nog niet voldoende is ingewerkt.
De bataljonscommandant beveelt:
1. cieën. geven uitalle munitieransels,
alle handgranaten,
rest k. m.-munitie volgt op draagpaarden bij de cieën,
reserve-k.-munitie wordt verzameld bij bataljons-Q. T
486