Vóór en na de proef werden met eiken loop op een afstand
van 91,4 m (100 yards) 90 schoten afgegeven met het volgende
resultaat
Loop no. 1
100 °/o
hoogtespreiding
100 u/o
breedtespreiding
vóór de proef
na de proef
38 cm
25 cm
22 cm
20 cm
loop no. 2
vóór de proef
na de proef
30 cm
30 cm
30 cm
25 cm
Een andere proef wees uit, dat een Madsengeweermitrailleur
op lichte affuit een serie van 3000 schoten afvuurde in 12 min.
43 sec. tegen een watergekoelde mitrailleur in 13 min. 14 sec.;
terwijl voor het afgeven van een serie van 4500 schoten de tijds
duur resp. bedroeg 17 min. 44 sec. en 23 min. 24 sec.
Daarmede bewees de Madsengeweermitrailleur op lichte affuit
voor wat betreft vuursnelheid de vergelijking met watergekoelde
mitrailleurs ten volle te kunnen doorstaan.
Hetzelfde geldt voor de stabiliteitbij een automatisch puntvuur
van 180 schoten afgegeven op een afstand van 91,4 m, bedroegen
de totale hoogte- en breedtespreidingen resp. 35 en 30 cm. Bij
breedstrooien op 91,4 afstand, 180 schoten automatisch, bleek
de totale hoogtespreiding 25 cm.
De Madsengeweermitrailleur op lichte affuit wordt dan ook
door bevoegde schrijvers voor wat aangaat vuursnelheid en stabi
liteit gelijkwaardig geacht met den watergekoelden zwaren mi
trailleur.
En dit resultaat werd verkregen met een combinatie, welke
ongeveer de helft weegt van den watergekoelden mitrailleur. Met
behoud van de groote vuursnelheid en vuurjuistheid van den zwa
ren mitrailleur gaan dus gepaard belangrijk grootere mobiliteit en
sterk verminderde zichtbaarheid.
Verschillende schrijvers geven dan ook als hun oordeel te
kennen, dat de zware mitrailleur, zooals wij dien thans kennen,
zal worden verdrongen door den lichten mitrailleur op lichte affuit.
Voor verdere spreiding-gegevens wordt verwezen naar I.M.T. 1929,
no. 12: „Het mitrailleurvraagstuk".
M.
553