middelen beschikt, is het logisch, dathij bovenbedoeldeaanwijzingen
tijdig verstrekt. Desnoods kan met een voorloopig verplegings-
bevel worden volstaan (b.v. Verplegingscolonne om
bij paalop den grooten weg van
naarDe verplegingsofficieren weten dan ten
minste waar en wanneer zij den autoverplegingstrein (en dus ook
den intendant) kunnen vinden.
Afhankelijk van de omstandigheden kunnen hier dan z.n. nadere
bevelen worden verstrekt.
Bovenstaande aanwijzingen (voorloopige bevelen) mogen dan
ook niet achterwege blijven.
Wij zien dus, dat niet de intendant met de autocolonne op
zoek gaat naar de verschillende onderdeelen. Zelfs al is hem
door den troepencommandant hun vermoedelijke plaats mede
gedeeld, zoo kan de juiste ligging hem niet bekend zijn. De
verplegings-officieren zijn hiermede, ieder voor zijn onderdeel,
wel bekend. Zij hebben derhalve meer kans met de auto's het
betrokken onderdeel te bereiken dan de intendant, die in donkeren
nacht op zoek gaat naar onderdeelen, wier juiste ligging hij
niet kan kennen. Voor hem is het dan ook met recht „een sprong
in het duister".
Wij gelooven dat hier nog wel een en ander te verbeteren valt
door het tijdig en op de gebruikelijke wijze uitgeven van beknopte,
duidelijke (c.q. voorloopige) bevelen, die naar onze meening in
geen geval kunnen worden gemist.
12. Een ruimer gebruik van veldbakkerijen en veldslachterijen
wordt door ons warm aanbevolen. Wij zullen in oorlogstijd van
deze inrichtingen gebruik moéten maken. Naar onze meening van
veldslachterijen nog meer dan van veldbakkerijen, omdat de voor
ziening met versch vleesch in verband met de klimatologische
omstandigheden altijd een teer punt blijft en van een binnen
beperkten afstand van de troepen gelegen punt uit zal moeten
geschieden.
Het betrekkelijk groote aantal stuks vee, dat dagelijks moet
worden geslacht (voor 15000 man zijn plm. 60 Java-runderen per
dag noodig), kan, in verband met den hiervoor beschikbaren tijd,
als regel niet in de bestaande abattoirs worden verwerkt. Wij
zullen dus met personeel en materieel moeten bijspringen.
Militair personeel dat dergelijke werkzaamheden meer bij de
hand gehad heeft (n.l. in primitieve omgeving, en met beperkte
hulpmiddelen slachten), hebben we niet. Op een voldoend aantal
geroutineerde burger-slagers kan niet met zekerheid worden
gerekend.
Bij manoeuvres vertrouwt de intendant op zijn aannemer, met
wien de vleeschvoorziening tevoren nauwkeurig is besproken
en geregeld, en die dank zij de geringe hoeveelheden welke
571