de desbetreffende literatuur doet ons van de actie van bedoelde lichte troepen het volgende beeld zien. Of verkenning of beveiliging op den voorgrond staat, in beide gevallen marcheeren de lichte troepen van het legerkorps in diens marschstrook op beperkten afstand voor de infanterie (20 a 25 K. M.), in nauw verband met de voor hen uit opereerende leger- cav. (lichte brigade) en met de volgende troependeelen. Het gros verplaatst zich daarbij sprongsgewijze, op korten afstand door patrouilles beveiligd. De eventueele verkenning is zuiver tactisch ten behoeve van de troepenmachtwaartoe de lichte afdeeling behoort, en strekt zich slechts uit tot beperkten afstand (zie boven); zij werkt indi rect mede voor de beveiliging. Daarnaast zijn het normaal de lichte troepen van de divisie, welke voor de directe beveiliging zorgen. Omgekeerd zal ook het optreden van een beveiligende afdeeling ten goede komen aan de verkenning. Veel nadruk wordt gelegd op het geven van de opdracht, d.w.z. op het bepalen wat hoofdzaak is, beveiligen of verkennen. Zelfs in Frankrijk waar, volgens de bestaande voorschriften, de leger- korpscav. „est essentiellement une cavalerie de sureté", treedt de verkenning onmiddellijk op den voorgrond in het geval dat geen legercav. voor het front is. Is beveiliging hoofdzaak dan blijft het veiligheidsorgaan in permanentie tusschen de eigen partij en den vijand en wordt dus voor overmacht z. n. sprongsgewijze op de eigen troepen teruggetrokken. Indien de verkenning hoofddoel is, zal bij ontmoeting van den vijand getracht worden den vijandelijken weerstand in korten tijd op te ruimen door frontaal vuur, gepaard aan een omtrekkenden aanval. Gelukt dit niet dan tracht de verken, afdeeling, onder frontale observatie, zijwaarts door te dringen. Onjuist is, zooals dikwijls wordt beweerd, dat moderne verken, detachementen het gevecht zouden zoeken „an und für sich". Integendeel mag een verken, afdeeling zich alleen dan in een gevecht met den vijand begeven, wanneer dit de uitvoering van haar verken, opdracht bevordert, dan wel uit zelfverdediging. Zij mag zich dus ook niet door een plaatselijken vijandelijken weerstand langdurig laten ophouden, doch moet hiervoor met haar gros tijdig uitwijken om haar verkennende taak voort te zetten. De lichte troepen in Ned.-Indië. Het A. T. V. geeft de beginselen voor het gebruik van onze lichte troepen, waaruit blijkt, dat zij in de eerste plaats bestemd zijn voor de verkenning en de beveiliging. Welke van deze beide taken van primair belang wordt geacht, komt in het voorschrift niet duidelijk tot uiting. 510

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 8