Werd tot voor kort de verkenning stiefmoederlijk behandeld, de sinds eenigen tijd tot stand gekomen wijziging vanhetA.T.V. (5e wijzigingsblad), waarbij het hoofdstuk „Verkenning" door een geheel nieuw en veel uitgebreider hoofdstuk vervangen werd, wijst onmiskenbaar op een andere en grootere waardeering van genoemde taak. Alhoewel niet uitdrukkelijk aangegeven, ontkomt men bij aan dachtige bestudeering zelfs niet aan den indruk, dat in het ge wijzigde A.T.V. de verkenning voorop staat. Vergelijk b.v. het bepaalde in punt 29d (2) met den inhoud van punt 36 (1), waarbij voor verkennende afdeelingen de afstand tot de betrokken troepenmacht tot 20 a 30 K.M. kan bedragen, terwijl voor beveiligende afdeelingen slechts een maximum afstand van 5 K.M. wordt genoemd. N.o.m. kan deze gewijzigde opvatting niet anders dan toege juicht worden, zooals in het onderstaande nader zal worden aangetoond. Bij de beantwoording van de vraag waarop de nadruk gelegd dient te worden, op de verkenning of op de beveiliging, moeten wij ons allereerst afvragen welke van deze beide taken voor ons leger en in onze verhoudingen operatief het meest belangrijk is. De strategische verkenning wordt bij ons in eerste instantie verricht door de vloot, vervolgens door de kustwacht, tenslotte door vliegtuigen, terwijl de kondschapsdienst, werkende in eigen land, belangrijke gegevens zal kunnen verstrekken. Z.m. reeds bij de landing en in elk geval spoedig daarna zal het contact met den vijand worden verkregen en bewaard door een daartoe aangewezen detachement van alle wapens, waartoe dus ook eenige lichte troepen zullen behooren. Hiermede is het eerste gedeelte van de operatie afgeloopen en begint het tweede gedeelte, nl. het inzetten van onze hoofdkrachten. Wil de bevelhebber niet in den blinde tasten, wil hij in staat zijn zijn troepen doelbewust te leiden en een juist gebruik te maken van het terrein, dan dient hij over eenige nadere gegevens van den vijand te beschikken met betrekking tot diens opstel ling, c. q. opmarschrichting. Alleen onze lichte troepen kunnen die gegevens verschaffen draagt die verkenning aanvankelijk een strategisch karakter, reeds spoedig wordt zij meer en meer tactisch. Of het gros van onze lichte troepen daartoe reeds dadelijk aan bedoeld detachement wordt toegevoegd, dan wel eerst later, tegelijk met de hoofdkrachten, wordt ingezet, doet hier niet ter zake. Men bedenke slechts dat spaarzaamheid bij het gebruik van onze lichte troepen is geboden en dat voor hen zoowel vóór 511 Naast vliegtuigen, maar het resultaat van vliegtuigverkenning is onzeker en behoeft te allen tijde aanvulling op den grond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 9