3. GENEESKUNDIGE COMMISSIES EN
HOOFDCOMMISSIE,
door
W. VAN DER VEER,
Officier van gezondheid le klasse.
In het onderstaande wordt een algemeen overzicht gegeven
over geneeskundige commissies en de geneeskundige hoofdcom
missie en wat daar verder mede in verband staat.
Deel B van de order M. G. D. No. 5 is een compilatie van al
datgene, wat omtrent geneeskundige commissies in verschillende
algemeene orders is bepaald.
In de eerste plaats vinden we iets over geneeskundige commis
sies en over de geneeskundige hoofdcommissie in de algemeene
order 1909 No. 48, waarin het bij gouvernementsbesluit vastge
stelde „Reglement voor den militair geneeskundigen dienst in
Nederlandsch-Indië" is opgenomen.
In dit reglement wordt echter alleen gesproken over het bestaan
der geneeskundige commissies tot onderzoek en afkeuring van
militairen en van tot het leger behoorend burgerpersoneel, over
het bestaan der geneeskundige hoofdcommissie en over de samen
stelling der commissies; meer niet.
Het bepalen van de plaatsen, waar de geneeskundige commis
sies gevestigd zullen zijn wordt daarbij aan den Legercomman
dant overgelaten, die dat gedaan heeft bij de algemeene order
1912 No. 2.
De commissies met volledige bevoegdheid moeten samengesteld
zijn uit drie oudste ter plaatse aanwezige officieren van gezond
heid, van wie minstens één hoofdofficier.
Er staat in de algemeene order drie oudste, terwijl het Staats
blad 1909 No. 225 vermeldt: drie der oudste.
In het Staatsblad 1887 No. 51, waarbij vroeger het Reglement
M. G. D. in Ned.-Indië was vastgesteld, stond, dat de genees
kundige commissies samengesteld zouden zijn uit den gewestelijk
dirigeerend officier van gezondheid en twee der oudste ter plaatse
aanwezige officieren van gezondheid.
631
Bewerkt naar een voordracht, gehouden op de militair-medische confe
renties te Tjimahi van 17 en 24 Januari 1933.