De beslissing „ongeschikt voor den dienst bij zijn wapen" zal
men in den regel nemen bij menschen, die nog een groot stuk
carrière voor zich hebben.
En aangezien onderluitenants meestal aan het eind van hun
loopbaan staan, is zoo'n overgang niet meer de moeite waard.
Een 6e en een 7e beslissing, die een commissie kan nemen,
wanneer een onderluitenant voor haar verschijnt, is het noodza
kelijk achten van een binnenlandsch verlof of het afgeven van een
certificaat voor overplaatsing naar een warm of een koel klimaat.
Nemen wij nu in de 3e plaats het geval, dat een Europeesch
onderofficier voor een geneeskundige commissie verschijnt, die on
derworpen is aan het diensttijdpensioenreglement, zooals we dat
vinden in de algemeene order 1927 No. 2.
De eerste beslissing „tijdelijk ongeschikt voor den dienst te
velde" is ook voor zulk een onderofficier even goed mogelijk als
voor officieren en onderluitenants.
De tweede beslissing: „Europeesch verlof" kan niet genomen
worden. Dit is alleen maar mogelijk voor officieren en onderlui
tenants.
Is de commissie echter van meening, dat een verblijf in Euro
peesch klimaat zulk een onderofficier weer geheel „fit" zal ma
ken voor den dienst, dan staat er in dit geval een andere weg
open en wel deze, dat de betrokken onderofficier afgekeurd
wordt voor den dienst in Nederlandsch- Indië, hetgeen tot gevolg
heeft, dat hij naar Nederland wordt opgezonden.
Europeesch verlof voor officieren en afkeuring van onderoffi
cieren voor Nederlandsch-Indië is een andere administratieve
maatregel, die echter practisch hetzelfde resultaat geeft.
Keuren we zulk een onderofficier af voor Indië, dan moet op
het certificaat aangeteekend worden of de ziekte of het gebrek al
of niet ontstaan is in en door den dienst en of er eigen moed
willige handelingen of ongeregeld gedrag in het spel zijn, meer niet.
De mutatie „tijdelijk ongeschikt voor alle militaire diensten",
die in de 3e plaats bij officieren en onderluitenants mogelijk
was, bestaat in dit geval niet.
In de 4e plaats zullen we zulk een onderofficier radicaal kunnen
afkeuren, waarvoor we de mutatie moeten gebruiken „ongeschikt
voor de verdere waarneming van den militairen dienst zoowel in
als buiten Europa".
Ook hier moet deze uitspraak weer gevolgd worden door an
dere uitspraken, waardoor het pensioensbedrag wordt bepaald.
In de eerste plaats dus weer „al of niet ontstaan in en door
den dienst".
„Ontstaan in en door den dienst", geeft recht op „normaal
pensioen", dus een pensioen over 20 dienstjaren.
739