2. DE „INSTRUCTION PROVISOIRE SUR LES OPÉRATIONS
DES GRANDES UNITES EN MONTAGNE",
door
R. B. VAN DIJKEN,
Kapitein van den Generalen staf.
Onder dezen titel verscheen onlangs Annexe No. 8 a Instruc
tion provisoire sur l'emploi tactique des grandes unités. Hoewel
onze troepen bij de vervulling van de secundaire taak van het
leger niet in eerste instantie in het gebergte zullen hebben te
strijden, moet de mogelijkheid daarvan toch niet a priori worden
uitgeschakeld; bovendien zijn onze „vlakteterreinen" op verschil
lende plaatsen van dien aard, dat t. a. v. een optreden in die ter
reinen verscheidene punten van overeenkomst zijn aan te wijzen
met een optreden in bergterrein. Daarom loont het de moeite meer
aandacht aan dit voorschrift te besteden dan gewoonlijk aan een
buitenlandsch voorschrift ten deel valt.
Op den voorgrond zij daarbij gesteld, dat het voorschrift in het
bijzonder op het oog heeft den strijd in het hooggebergte met
de daaraan in Europa door klimaat en bodemgesteldheid verbonden
moeilijkheden, welke, althans in den door het voorschrift bedoel
den zin, bij ons geheel kunnen worden uitgeschakeld.
De overblijvende opmerkingen en wenken zijn intusschen een
korte bespreking overwaard.
Het „Rapport au Ministre" vangt aan met te constateeren, dat
de toepassing der algemeene tactische beginselen in bergterrein
een bijzonder karakter krijgt, in de eerste plaats door de moeilijk
heden van het terrein. Deze moeilijkheden zijn alle terug te brengen
tot de onbegaanbaarheid of de matige begaanbaarheid van
bepaalde terreindeelen.
Ook in onze „vlakte"-terreinen zullen wij rekening hebben te
houden met onbegaanbare terreinen, waarin geen troepen kunnen
optreden, doch méér nog met minder begaanbare terreinen, waardoor
de sterkte der troepen, welke men in die terreinen kan onder
houden en doen ageeren, begrensd is. Bij de beoordeeling van
dergelijke terreinen zouden wij op den voorgrond willen stellen,
dat het gevaarlijk is een terrein als geheel onbegaanbaar aan te
nemen; de mate van begaanbaarheid zal intusschen van veel invloed
zijn op de hoeveelheid daar in te zetten troepen, op de opstelling
en de beveiliging der troepen in aangrenzende terreindeelen; van
709