gereed blijven voor steun infanterie. Deze methode heeft het nadeel, dat op het oogenblik waarop de eigen infanterie ten aanval trekt, de vijandelijke artillerie ongestoord haar afsluitingsvuren kan afgeven. Waar wij echter geheel accoord gaan met hetgeen Kolonel DORMAAR op de blzn. 636 en 638 van het reeds genoemde I. M. T.-artikel omtrent de waarde van afsluitingsvuren aanhaalde en opmerkte, wordt dit na deel als zijnde kleiner dan de daartegenover staande voor- deelen door ons aanvaard en is naar onze meening de 3e methode als regel te verkiezen boven de andere. Bovendien heeft zij het groote voordeel, dat hierbij het aan vallen bij het „aanbreken van den dag" mogelijk is. Hieraan kan dan ook weer een nachtelijke gereedstelling in niet geheel bedekt terrein voorafgaan, hetgeen bij de le methode wegens de kans op ontdekking en dus het prijsgeven van de verras sing, niet mogelijk is. Het behoeft wel gaan nader betoog, dat wij deze methode niet tot een „schema" willen maken. Zooals met ieder tactisch probleem, dient elk geval zijn eigen oplossing te krijgen. Om een enkel voorbeeld te noemen, kan het front waarop aan gevallen wordt, bestaan uit kampong-complexen waartusschen stukken open sawah. Indien waargenomen is, dat deze open terreinen niet bezet zijn, behoeft daarop ook geen artillerie vuur gelegd te worden en kan wellicht de 2e methode toe passing vinden. Het munitieverbruik bij deze vuren is zeer groot, hetgeen een reden temeer is om deze munitie zoo doeltreffend mogelijk te gebruiken. Daarom mag o.i. niet dan in zeer bijzondere gevallen afgeweken worden van de zooeven genoemde frontbreedten. De infanterieaanval dient hieraan aangepast te worden. Het werken met halve minima een bij ons helaas noodgedwongen zoo dik werf gevolgd systeem is hier misdadig, want de oorlogservaring is met kostbaar bloed betaald. Bepaalde getallen omtrent dit verbruik kunnen wij thans niet noemen, daar deze teveel afhangen van de tactische- en terreins omstandigheden. Zooals reeds gezegd, dient onze artillerie met alle mogelijke middelen er naar te streven, om ook in de vlakke terreinen aan- valsvuren met waarneming te kunnen afgeven. Welke zijn deze middelen In buitenlandsche legers zijn deze opgenomen in een gecentra- liseerden doelverkennings- en waarnemingsdienst, waarin lucht en aardwaarneming hand in hand gaan. Want een dergelijke organisatie vereischt speciale waarnemingsvliegtuigen, kabel ballons en een geluid- en lichtmeetdienst. Het eenige wat ons 885

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 11