regiment mobiele artillerie hiertegenover kan stellen is een zeer bescheiden centralen doelverkennings- en waarnemingsdienst bestaande uit enkele peilposten. De „oogen" van onze artillerie zijn dus niet scherp en „ooren" bezit zij zelfs in het geheel niet. Deze „gebreken" zullen niet nalaten een stempel te drukken op haar prestaties en hiermede dient ten volle rekening gehouden te worden. Zijn er geen middelen om deze „oogen" verderziende te maken in de vlakke terreinen? Als luchtwaarneming ontbreekt, is de eenige mogelijkheid het gebruiken van verhoogde waarnemings posten. Een voorbeeld hiervan levert fig. 5 van het „Voorschrift voor den Batterijbouw", voorstellende een bamboe-waarnemings post van 10 m. hoogte, terwijl in het I. M. T. 1930, No. 1, een uitkijkstelling van bamboe, hoog 20 m. wordt beschreven. Beide posten zijn wegens den benoodigden arbeidstijd echter slechts te gebruiken in een gestabiliseerd gevecht. Voor een beweeglijk gevecht komen zij dus niet in aanmerking, doch daar de bewe gingsoorlog niet steeds een beeld van beweging vertoont, verdient het toch aanbeveling deze posten waar mogelijk - te ge bruiken. Een recent voorbeeld dat inderdaad in deze richting gezocht moet worden, levert het optreden van de Japansche artillerie in de vlakke terreinen nabij Shanghai, waar de waar nemers met bamboeladders tot in de voorste lijn vooruit gingen om van daaruit het vuur te leiden. Wij moeten dus zoeken naar een waarnemingsladder van be trekkelijk lichte constructie, die in korten tijd opgesteld kan worden en hoog genoeg is om voorliggende coulissen te overzien. Het ideaal in dit opzicht lijkt een uitschuifbare ladder, in den geest als brandweerladders, welke op een licht motorvoertuig (dat zoo noodig ook met de hand voortbewogen kan worden) vervoerd kan worden. Zou het bij den tegenwoordigen stand der techniek en met de thans beschikbare materialen geheel onmogelijk zijn om iets bruik baars in dien geeest te construeeren? Zouden de volgende daaraan te stellen eischen geheel onvervulbaar zijn a. gemonteerd op verplaatsbaar onderstel, b. maximum gewicht van het geheel 1 ton, C. uitschuifbaar tot een maximum hoogte van 25 m., d. opstellingstijd maximum 1 kwartier, e. vervoer op aanhangwagen achter trekauto of tractor en in het terrein met handen O.i. is het waarnemingsvraagstuk bij de artillerie belangrijk genoeg om een proef te nemen. Bij de uitvoering van zijn taak dient de artilleriecommandant zich steeds de volgende vragen te stellen 886

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 12