zal bevinden op het moment van het springen van de projec
tielen.
In het vuurleidingstoestel wordt het bovenstaande als volgt uit
gevoerd: uit de koersregistratie, blijkt welke weg het vliegtuig
aflegt, het is daardoor mogelijk, al wijzigt zich de koers regelmatig,
den koershoek doorloopend in te voeren in het rekenmechanisme;
tevens is het door verlenging van de geregistreerde vliegtuigbaan
met een afstand gelijk aan den voorloopweg mogelijk, om den
koershoek te bepalen, welke moet worden gebruikt bij de bepaling
van de ligging van de trefplaats.
1. De correctie voor derivatie en de daginvloedcorrecties
worden gesommeerd en ingeschreven in een tabel, waarvan de
ingangen zijn hoogte en lengte. Deze tabel wordt in het vuur
leidingstoestel geplaatst en daarin bewogen volgens trefhoogte en
treflengte; hierdoor wordt het mogelijk op eenvoudige wijze de,
bij de schietgegevens voor de trefplaats behoorende, correcties
af te lezen; deze correcties worden ingesteld op knoppen aan het
vuurleidingstoestel en daardoor opgeteld bij de schietgegevens.
In dezelfde tabel wordt de ballistische windrichting t.o.z. van
de nulrichting ingeschreven en op bovenbedoelde wijze ingesteld
in het vuurleidingstoestel. Door het rekenmechanisme wordt
hieruit de hoek bepaald tusschen de windrichting en de schoots-
richting en daarna hiervan, d.m.v. sinus en cosinus drijfwerken,
de sinus en cosinus.
De correcties voor windinvloeden worden ook op de tabel in
geschreven en wel de correctie zijdelings, alsof steeds loodrecht
op de ballistische windrichting wordt geschoten en de correctie
elevatie en vluchttijd, alsof in deze richting wordt gevuurd. Ook
deze correcties worden ingesteld in het vuurleidingstoestel en
hierin, na respectievelijk met de sinus en cosinus van den hoek
tusschen windrichting en schootsrichting te zijn vermenigvuldigd,
bij de bijbehoorende schietgegevens op- of afgeteld.
N. B. Alle correcties op vluchttijd worden bij dezen opgeteld,
vóórdat vermenigvuldiging plaats vindt met de snelheid; dezelfde
correcties worden dus ook bij de bepaling van de tempeering in
aanmerking gebracht.
2. a. Het inwendige mechaniek van het vuurleidingstoestel
is van zeer samengestelden aard, vooral, omdat het continu ver
werken van de gegevens van de meetplaats tot schietgegevens
voor de trefplaats, op de wijze als boven is omschreven, op geheel
automatische wijze dient te geschieden. Op dit onderwerp is hier
dan ook niet nader ingegaan.
b. Voor wat betreft de bediening van het toestel is het vol
gende op te merken. Hoewel het rekenproces automatisch ver
loopt, vordert de bediening toch 7 man; met inbegrip van 3 man,
voor het bedienen van den afstandmeter, is de bezetting dus
10 man.
900