Aannemende, dat alle Europeanen op Java, dus ook de kleinste
kinderen, 2 broodmaaltijden per dag gebruiken en daarvoor 0.4 kg.
brood noodig hebben, zouden in 1930 daarvoor rond 365 X
200.000 X X 0.4 kg. 21.900.000 kg. tarwemeelx) noodig zijn
geweest, terwijl de invoer toen 51.149.597 kg. bedroeg en dus meer
dan dubbel zoo groot was. Zelfs een dergelijke zeer ruime bere
kening kan dus het verbruik niet verklaren. Evenmin kan dit
groote verschil tusschen behoefte en invoer voortvloeien uit het
verbruik in den vorm van koekjes, gebak e.d.
Ook vele niet-Europeanen moeten derhalve tarwemeel in den
een of anderen vorm gebruiken. Tot deze personen behoor en in
de eerste plaats de Amb. en Men. militairen. Het jaarlijsch ver
bruik door deze ongeveer 5000 man sterke groep bedraagt echter
slechts rond 270.000 kg.
Over een ruimere periode bezien, valt het voorts op, dat het
verbruik van tarwemeel in veel belangrijker mate toeneemt dan
het aantal Europeanen. Hiervoor verwijs ik naar het onderstaande
staatje.
Uit een en ander moet worden geconcludeerd, dat ook bij de
niet-Europeesche bevolkingsgroepen het tarwemeel steeds meer
aftrek vindt.
Dit is met het oog op de meelvoorziening een gunstig verschijn
sel, want hoe grooter de invoer, hoe grooter voorraden men op een
bepaald moment kan verwachten.
Zooals ik reeds opmerkte, is de verstrekking van brood aan de
burgerbevolking niet bepaald noodzakelijk. Indien de nood aan
den man komt, behoort m.i. het leger vóór te gaan en slechts als
er daarna over een restant wordt beschikt, kan dit al dan niet door
middel van distributie in de eerste plaats over de Europeesche
bevolking worden verdeeld.
Mijne beschouwingen zullen zich dan ook verder in hoofdzaak
richten op de behoeften van het leger. Globaal zal de legersterkte
op Java bij mobilisatie bedragen
Voor 1 kg. brood is ongeveer kg. meel noodig.
913
Aantal
Invoer van tarwe
Europeanen
meel in 1000 kg.
1905
64.917
10.716
1920
135.216
17.369
1930
193.618
51.150