verloren gaat, ook niet door minder kundige ruiters, omdat de paarden nimmer iets geleerd hebben dat daarmede in strijd is (oprichten, bijbrengen) en 2e, dat de eenzijdige teugelhulp voor de practijk voldoende is. Dat deze teugelwerking der Italiaansche school de 2e teugel werking van het V.O.P. zou zijn is niet juist. De hand wordt teruggenomen in de richting van het kruis, zoodat men eerder van de 5e werking kan spreken. Er is echter geen sprake van een verplaatsen „evenwijdig aan zichzelf" volgens het V. O. P., doch het paard loopt zijn neus achterna. De teugelhulpen vermeld in punt 48 (14) V.O.P. wijzen in de richting van het schoolpaard. Het voorschrift wenscht er welis waar „slechts" 3 te leeren aan de recruten, doch de andere zijn voor de voortgezette opleiding, dus ook voor den soldaat, en de remonteberijders. Voor het Campagne-paard en het militaire paard zijn zij echter geheel overbodig, ja zelfs nadeelig. Zij zijn het opstapje voor de schoolrijderij, en maken het paard daartoe geschikt; doch tevens openen zij voor het paard de poort om zich te kunnen onttrekken aan den wil van den ruiter. Indien men vraagt of wij de manege-oefeningen belachelijk voorstellen, door de vraag of wij in travers langs een gat in den grond gaan etc. dan ziet men toch ook wel in, dat die travers- etc.-oefeningen voor het campagne (militaire) paard overbodig zijn. Als de Hr. Hekker dan vraagt of wij eerst over de cavaletti moeten gaan om een galangan te springen, dan antwoorden wij daarop volmondig „Ja en maken meteen de opmerking, dat het verband tusschen de methode (cavaletti) en het systeem (springen van de galangan) nog niet voldoende begrepen wordt. Men dient de cavaletti te beschouwen als een leermiddel. Het gaan over de cavaletti moet niet zijn een doel, zoodat men niet tevreden moet zijn als een paard netjes over zes van die boompjes gaat die op regelmatige afstanden liggen. Cavaletti zijn leer middelen zooals op school een passer en een liniaal. Zij verge makkelijken de africhting van paarden en ruiters, dienen den instructeur om de paarden te leeren attent te zijn, hen handig te maken, oplettend op den ruiter èn op de plaats waar zij hun voeten neerzetten, en bieden daartoe in de veelvuldigheid en gevarieerdheid van toepassing, voor het militaire paard op een voudige en natuurlijke wijze meer en beter gelegenheid, dan de kunstmatige wendingen, voltes, etc. die voor den eenvoudigen ruiter moeilijk zijn uit te voeren, en de wanhoop van den instructeur zijn. Een enkel voorbeeld moge dit verduidelijken. In de manege staan eenige cavaletti willekeurig opgesteld. De instructeur com mandeert om wendingen te leeren rijden: Jansen, afwenden, om die eerste cavaletto heen rijden en terug naar de hoefslag. Pietersen, voor de eerste cavalleto langs, rechts om de tweede 936

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 62