tennat niet moet wegwerpen, daar juist hierin belangrijke voedings- bestanddeelen zijn overgegaan. Iets dergelijks is het geval bij de bereiding van rijst voor de consumptie. Hieraan gaat meestal meer of minder langdurig wasschen vooraf. Nu is uit de onderzoekin gen van van Veen e.a. in den laatsten tijd gebleken, dat de invloed van het wasschen op het vitaminengehalte uiterst groot is en men kan gerust zeggen, onder omstandigheden zelfs fataal voor het beri-beriwerend vermogen. Rijst bijvoorbeeld, die ongewasschen een phosphorgehalte van 0.54 had en volkomen tegen beri-beri beschermde, bleek na het wasschen nog slechts 0.21 phosphor te bevatten en bij proeven op dieren haar beri-beribeschuttend vermogen geheel te hebben verloren In het algemeen, doch speciaal daar, waar het nuttigen van zilvervliesrijst nog noodig is, zal men daarom de menschen er toe dienen aan te sporen de rijst voor het koken liefst niet te was-1 schen. Door ondoelmatig toebereiden, bv. intensief wasschen, slecht stoomen, enz. kost het zeer weinig moeite om zoowel een vitaminen- rijk, weinig afgeslepen rijstmonster als een ver afgeslepen rijst soort practisch van alle vitamine te ontdoen. Hoe meer het wasschen wordt vermeden, hoe beterhoe minder water bij het stoomen afloopt, hoe beter. Daarentegen kan weeken veel minder kwaad. Tenslotte nog eenige woorden over het allernieuwste „parboiling" proces. Dit bestaat uit 24 a 36 uur weeken der gabah, dan korten tijd stoomen en in de zon drogen. Wordt deze rijst dan vergaard, gepeld en geslepen, dan blijft toch nog zeer veel vitamine over.' Het vitamine, dat oorspronkelijk alleen in zilvervlies, aleuronlaag en kiempje was opgehoopt, verspreidt zich namelijk door dit proces gelijkmatig door den geheelen korrel heen, waarin de reden ligt, dat bij slijpen en wasschen van deze „parboiled rice" slechts een veel kleiner gedeelte van het vitamine verloren gaat. Ziet hier enkele losse opmerkingen over het rijstvraagstuk, die eenerzij ds de gecompliceerdheid ervan aantoonen, doch an derzijds naar wij hopen eenigszins ook interesse gewekt zullen hebben voor een probleem, dat in de medische wereld, en bij den militair geneeskundigen dienst in het bijzonder, in het brandpunt der belangstelling staat. T. v. P. 1112

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 50