Voorts dient men bij het bepalen van het dieet rekening te
houden met de rol, welke het keukenzout bij de stofwisseling
speelt.
Immers voor alle levensverrichtingen is het keukenzout bijzonder
belangrijk, het komt (evenals het calcium) in alle vloeibare en
vaste bestanddeelen van het lichaam voor, het vergemakkelijkt
het oplossen der voedingsstoffen en bevordert vooral de spijsver
tering door aanzetting van de klierfunctie.
In het Nederlandsch-Indische leger krijgen de Inheemsche
troepenpaarden 4 gram chloornatrium (ruw keukenzout) per dag
bij de gaba verstrekt, de Australische troepenpaarden 5 gram per
dag, terwijl de jonge Australische remontepaarden de dubbele
hoeveelheid ontvangen.
Verder dient met betrekking tot de bestrijding der osteofibrose
de kwestie der Avitaminosen en van den invloed van het zonlicht
op het individu en de voederstoffen niet uit het oog te worden
verloren.
Vitamine D, dat zeer vaak gemeenschappelijk met de A-stoffen
in de voedingsmiddelen voorkomt, staat in nauw verband met de
minerale stofwisseling, regelt o.a. den afzet van kalkzouten, dus
de vorming, groei en instandhouding der beenderen. Dit anti-rachi
tisch agens komt vooral voor in levertraan en momenteel kennen
we behoudens het uit ergosterine kunstmatig bereide vigantol,
dat sinds korten tijd door Prof. Windaus en Dr. Linsert als zuiver
anti-rachitisch vitamine D in den vorm van kristallen, geheel vrij
van bijmengselen, is afgezonderd geen andere stoffen, die daar
aan zóó rijk zijn alleen groene plantendeelen en ook goed gewon
nen hooi hebben in dit opzicht nog beteekenis als anti-rachitische
middelen.
De landbouw-ingenieur Dr. B. J. B. Groeneveld heeft onder
zoekingen verricht ten aanzien van den invloed van het D-vitamine
op de Ca-P-stofwisseling en het resultaat daarvan neergelegd in
zijn dissertatie. „De invloed van D-vitamine op de calcium- en
phosphorzuurstofwisseling bij verschillende verhoudingen van Ca-
P in het dieet" (Juni 1932).
Proeven van de physiologen Vogel-Lossowitz hebben aange
toond, dat dieren, welke in het donker gehouden, rachitisch hadden
gekregen, daarna in het licht gebracht, zonder dat het voedsel een
verandering onderging, heel spoedig genazen.
De voederproeven van den physioloog Mollanby in 1918 toonden
aan, dat de anti-rachitische werking van bepaalde voedermiddelen
(b.v. haver) door bestraling van dat voer, hetzij door de zon,
hetzij door de kunstmatige hoogtezon (kwikkwartslamp) kon
worden verhoogd door het daarmede opwekken van stoffen (vita
minen) die er vóór dien tijd niet in aanwezig waren.
Mogen ook al verschillende vraagpunten ten aanzien van de
in- en samenwerking der factoren, welke het ontstaan van
deficientieziekten beïnvloeden, tot op heden onbeantwoord zijn,
1133