1140 gesloten. Hoewel velen meenen, dat Mantsjoekwo millioenen Japanners zal kunnen opnemen, wijst de practijk anders uit. Japan heeft massa-emigratie noodig en daarvoor is Mantsjoekwo ongeschikt uit hoofde van de omstandig heid, dat de Japanner nimmer zal kunnen concurreeren tegen de zeer talrijke Chineesche boerenbevolking. De penetratie van Japan moet vergeleken worden met die van Engeland in Indië, Burma, Ceylon en de Straits. Evenmin als men Engelsche sjouwerheden en landbouwers aantreft in deze landen, zal men te Shanghai of elders Japansche koelies ontmoeten, hoewel met den loop der jaren deze omstandigheid gewijzigd kan worden. Voorloopig geldt echter nog „that emigration is confined to the governing and commercial classes." Japan heeft daarom zijn toevlucht moeten zoeken tot industrialisatie en super-industrialisatie, zoodat thans de landen, welke de emigratie beletten, ernstig bedreigd worden door de uitbreiding en den afzet van de producten van de Japansche industrie. S. geeft een kort overzicht van de wijziging in de handelsbalans tusschen Eng. Indië en Japan ten gunste van dit laatste rijk, dat bovendien nog de voordeelen geniet van lage loonen, een gedeprecieerde valuta, goedkoope scheepsvrachten (de Engelsche schepen moeten bijna alle door het zeer dure Suezkanaal). Hoewel Japan thans doende is de benoodigde grondstoffen voor zijn industrie (wol, katoen) niet meer uit Engelsche landen te betrekken, als tegenmaatregel tegenover de moeilijkheden, welke Engeland de Japansche export in den weg legt, komt schr. tot de conclusie, dat de tusschen beide landen ontstane kloof gemakkelijk zal kunnen worden overbrugd, ook bij voltooiing van de Singapore-basis. S. werkt dit thema verder uithij behandelt daarbij Japan's houding ten aanzien van Rusland en China en is overtuigd dat Japan inderdaad de onaf hankelijkheid van Mantsjoekwo niet zal aantasten. Gewezen wordt op de groote moeilijkheden, welke Japan nog steeds ontmoet bij het uitroeien van het Chineesche banditisme in dit land. (Oorspronkelijk zou het aantal ban dieten ongeveer 2 a 3 honderd duizend bedragen hebben). Met betrekking tot het vlootverdrag merkt S. op, dat Japan in 1935 on getwijfeld bezwaren zal inbrengen tegen de bekende verhouding van 5-5-3. „How America will view the naval parity proposals that Japan is likely to „make, it is difficult to say, but it is reasonable to suppose that naval parity „is likely to meet with less opposition in Engeland than in America, (curs. v. „ons). America may look forward with uneasiness to the time when she „abandons the Philippine Islands to Philippine self-government, but it appears „clear that Japan will be content with nothing less than parity." Ten aanzien van de mandaateilanden zegt S., dat Japan deze beschouwt te hebben verkregen bij het sluiten van het Vredesverdrag van Versailles, welk besluit slechts werd bevestigd door den Volkenbond. „It is by no means „certain that the League contemplates a change or removal of mandate, but „it is certain that any such démarche on the part of the League will be „strenuously resisted by Japan, who will contend that her mandate can „only be terminated by a revision of the Treaty of Versailles." Ten slotte komt S. tot de volgende conclusie, welke men reeds meer en meer bij andere schrijvers tot uiting ziet komen „It may be said in conclusion that the more one studies the foreign policy „of Japan the more reasons there are for believing that her future policy „must be a peaceful one. The only way she can keep her teeming industrial millions employed is by devoting her attention to her growing markets. A „warlike policy cannot help her in this direction, and her present undoubtedly „increasing success in the world's markets is likely to convince her of the „extreme importance to the economic life of her country of peace and industry. (curs. v. ons). Hetzelfde tijdschrift bevat nog een aantal zeer lezenswaardige artikelen, welke wij echter niet verder kunnen bespreken. Wij meenen te mogen vol staan, deze met een korte inhoudsvermelding, ter bestudeering aan te bevelen, en noemen dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 78