1159 Ten opzichte van medisch-tactische vragen moet er tusschen hoofden van diensten en stafofficieren in de volgende punten volkomen overeenstemming bestaan 1. Op welk tijdstip moet men een hoofdverbandplaats oprichten (Indien de mogelijkheid groot is om ongestoord en nuttig te kunnen werken). 2. Hoe groot moet de afstand zijn tusschen de verschillnede medische for maties onderling en het gevechtsterrein Dit hangt voor een groot deel af van de gesteldheid van het terrein, waarin geageerd wordt. Tevens is het van belang niet star vast te houden aan een bepaald aantal kilometers tusschen gevechtslinie en hoofdverbandplaats. In het algemeen was in Duitschland en in Frankrijk die afstand op zijn minst 4 a 5 km. 3. Wanneer moet de legerarts of divisiearts zijn reserve inzetten Vroeger is hier reeds gewezen op den grondregel, dat niet alle beschik bare formaties gelijktijdig mogen worden ingezet, maar dat het van groot belang is, dat de legerarts c.q. de divisiearts zijn reserve-formaties aanhoudt tot op het oogenblik, dat ze noodig zijn. Hier breekt de schrijver een lans voor l op zichzelf staande, gemotoriseerde chirurgische afdeelingen als „laparotomie- Stuben, fliegende Operationsgruppen". Later had men in Duitschland en Frankrijk Chef-chirurgen, die als raadgevende chirurgen voor de gelijkvor migheid en het succes der chirurgische werkzaamheden van groote betee- kenis zijn geweest. 4. Hoe moet men de verbindingen tusschen de verschillende geneeskundige formaties onderling en met den troep oprichten en onderhouden (Dat daarbij de telefoon een groote rol speelt is hierboven reeds vermeld). 5. Hoe kan de medisch-tactische taak van den divisiearts en van andere officieren van gezondheid verlicht worden Als het contact met de verschillende stafofficieren en diensten goed is, zoodat berichten en bevelen van het front niet alleen langs zijwegen ter kennis komen van den medischen dienst. Tot slot zegt de schrijver onder andere „Es sei mir zum Schlusz gestattet, das Zusammen Arbeiten der Dienste hinter der Front im Divisionsstab mit dem sinnigen Spruch zu kennzeichnen „Wenn der Berg nicht zu Mohammed kommt, so geht Mohammed zum Berg". Es ist dabei nicht gerade gesagt, dasz ausschlieszlich der Div. Arzt die ja in mehrfacher Beziehung dankbare und verlockende aber auf die Dauer etwas anstrengende Holle des bartigen Prophéten zu übernehmen hat B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 97