708 elk der oorlogvoerende partijen behoorende oorlogsschepen vergund gelijktijdig te verblijven in de havens, reeden en terri toriale wateren van den Staat. Art. 18. Verblijf van oorlogsschepen in de territoriale wateren. Art. 2,3,4,5; Oorlogsschepen der oorlogvoerenden en door hen prijsge- 10,16. maakte vaartuigen mogen in de havens, reeden en territoriale wateren van den Staat niet langer verblijven dan 24 uur, tenzij wegens slecht weer en averijen. In ieder geval, moeten zij ver trekken zoodra de oorzaken der vertraging hebben opgehouden te bestaan. Gedurende het in de vorige zinsnede bedoelde oponthoud mogen de schepen de prijsgemaakte goederen noch tegen ver goeding, noch kosteloos vervreemden. De havenautoriteiten zijn gehouden te waken voor de uitvoe ring van vorenstaande bepalingen. Art. 19. Prijsgemaakte vaartuigen of koopwaren. Bij Ko- ninklijk besluit kan op daarbij vast te stellen voorwaarden aan de oorlogvoerenden worden vergund, buiten de territoriale wateren van den Staat prijsgemaakte vaartuigen en handelswaar in de havens en reeden van den Staat te brengen en achter te laten in afwachting van de beslissingen van het prijsgerecht van den prijsmakenden Staat. Art. 20. Behandeling van oorlogsschepen bij opening der Art. 7. vijandelijkheden. Indien bij de opening der vijandelijkheden een oorlogsschip van een der oorlogvoerenden zich bevindt in een der havens, een der reeden of in de territoriale wateren van den Staat, moet het vertrekken binnen 24 uur na beteekening van de daartoe van de havenautoriteit ontvangen opdracht, behoudens vaststelling door deze van een anderen termijn, tenzij het schip in de onmogelijkheid verkeert te vertrekken wegens slecht weer of averij. In ieder geval moet het vertrekken na afloop van den termijn dan wel zoodra de oorzaken der vertraging hebben opgehouden te bestaan. Art. 21. Gelijktijdig verblijf van oorlogsschepen van met elkaar in oorlog zijnde partijen. Wanneer oorlogsschepen van met elkaar in oorlog zijnde partijen zich gelijktijdig in een haven of reede van den Staat bevinden, moet er minstens 24 uur verloopen tusschen het vertrek van schepen van de eene oorlogvoerende en het vertrek van schepen van de andere. Het vertrek heeft plaats in de volgorde van aankomst, tenzij het eerstaangekomen schip in een der omstandigheden verkeert, waarin verlenging van den wettelijken duur van het verblijf is toegelaten. Een oorlogsschip van een oorlogvoerende kan de haven of reede van den Staat niet verlaten wanneer nog geen 24 uur zijn verloopen na het vertrek van een handelsvaartuig van de andere oorlogvoerende partij. Art. 22. Herstel van door oorlogsschepen geleden averijen. In de havens, reeden en territoriale wateren van den Staat kunnen oorlogsschepen door de maritieme overheid worden gemachtigd, averijen te herstellen als voor de veiligheid van de vaart strikt onmisbaar is, mits de herstellingen de gevechts kracht op geenerlei wijze verhoogen. Art. 6, 15.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 34