68 aangevuld en de overige rijst in eenmansvrachten worden verpakt. De eenmansvracht toch is in het gebergte te ver kiezen boven de soms zeer onhandige tweemansvrachten. In den vooravond en voornacht vielen hevige regenbuien. 2 November. In den afgeloopen nacht deed de vijand slechts enkele schoten op het bivouak. Eene afdeeling van twee brigades ging met den opnemer naar het dal van Paja Djagat en de vlakte van Pegasèng. De patrouille naar Nösar had door den regen in de duisternis een zeer moeilijken marsch en bereikte eerst te 3 1/2 uur v.m. Nösar, dat omgetrokken moest worden. Aanvankelijk werd de Wöih-ni Nösar gevolgd en daarna de steile hellingen van Boer-ni-Kliötan beklommen. Te 5 V2 uur v.m. stootte de patrouille op een dubbelpost van Gajö's, die met achterlating van hunne wapens in allerijl de vlucht namen. Achter dezen post daalde de patrouille af in een bui- gewoon steil ravijn, waarbij op verscheidene plaatsen moest wor den gebruik gemaakt van luchtwortels van boomen en uitste kende rotspunten. Beneden zulk eene moeielijke plaats stond men te 6 uur v.m. plotseling voor de schuilplaats, welke in haast verlaten bleek te zijn. Vruchteloos werd het gebergte af gezocht en keerde deze afdeeling eerst te 5 uur n.m. te Ta- kén gan terug. Ten 11 V2 uur n.m. rukte eene brigade uit met opdracht Sa- réi, Blang Gölö en Lelaboe te doorzoeken. Penghoeloe Soekoe kwam weder in het bivouak. In den namiddag en avond regende het wederom. 3 November. Gedurende den afgeloopen nacht vielen slechts enkele schoten op het bivouak. De patrouille naar Sarél arresteerde 4 mannen en 3 vrouwen en schoot 1 man neer. Twee mannen vluchtten bij hare nadering. Een der arrestanten is teruggezonden om Rödjö Goeroe van Blang Gölö, waaronder Sarél ressorteert, te roepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indische Militair Tijdschrift - Extra Bijlagen | 1902 | | pagina 100