83
vinciale gouverneurs en compagnieën van verschillende sterkte in
de vestingen „garnisons-ordinaires"die zelden te velde kwamen,
doch o. a. ingedeeld werden bij de belegeringstroepen van Gulik
en Bergen-op-Zoom.
b. Vreemde troepen Spanjaarden, ItalianenDuitschersEngelschen
en bijzondere korpsen, betaald met „deniers venuz d'Espaigne (1).
L. HERVATTING VAN DEN OORLOG.
Het Bestand eindigde den 9den April 1621. De eerste vijandelijkheden
hadden plaats tusschen de vesting Sluis en het nabij gelegen fort
St.-Donaesaf en toe vielen schoten en trachtte men wederzijds ge
vangenen te maken. De ruiterij van de Brabantsche garnizoenen liet
zich evenmin onbetuigd en behaalde buit op personen en goederen (2)
de kapitein Hubbecht Jansz. Gernoul maakte op den Rijn vóór Wesel
met zijne pontgasten eenige met graan beladen schepen prijs (3). Maar
belangrijke krijgsverrichtingen vielen eerst na de terugkomst van Spinola
uit Duitschland voor. Hij had het bevel over de troepen in de Palts
aan Gonzales de Cordova overgedragen en was op 23 April, zooals
't heettemet 60.000 man te Brussel teruggekeerd. Spinola trof terstond
maatregelen om krachtig op te treden. Weldra liepen geruchten omtrent
door hem ontworpen aanvallen op de Republiek bij Sluis, aan den Rijn
en in Friesland. De operation werden vertraagd door de ziekte en het
overlijden van aartshertog Albertus (13 Juli) (4); zijne weduwe, de
infante Isabella, zette de regeering voort.
Half Augustus kwamen berichten in omtrent 'svijands opmarsch over
Tienen en Maastricht naar Weselzoodat de Staten-Generaal Prins Maurits
uitnoodigden om het leger te velde te brengentevens de provinciën
vermaanden tot betaling van hun aandeel in de toegestane gelden „om
„in gheen grouwelicke confusien te vallen, zoo wij bij gebreck van
„middelen moesten uyt 't veldt scheyden en den machtigen vijandt het
„voordeel lieten" (5). Den 21sten Augustus verliet de Prins 's Graven-
hage; de gedeputeerden van de Staten-Generaal en den Raad van State
begaven zich naar Emmerik (6). De samentrekking van het leger op
(1) Robaulx de Soitmoy „Guerresdes Pays-Bas".
(2) Res. S. G. 2 en 3 Augustus 1621.
(3) Res. R. v. St. li Augustus 1621.
(4) Het lijk van den Aartshertog, voorloopig bijgezet in do kleine kapel van zijn paleis,
werd den lldon Maart 1622 in praal en pracht overgebracht naar de kapel van het Hoi'.
Bij dezen tocht, waaraan ook graaf Johan van Nassau-Siegen deelnamwaren tevens de wapens
der Noordelijke gewesten op standaarden en dekkleeden van paarden aangebracht (Robaulx
de Sou Mo y „Histoire de l'archiduc Albert").
(5) Res. S. G. 12 en 18 Augustus; Res. R. v. St. 18 Augustus 1621.
(6) Res. S. G. 19 en 21 Augustus 1621.