123 door moerassen omringde en naar de ontwerpen van Prins Maurits ver sterkte vesting voor onneembaar gold. Het talrijke garnizoen ging ijverig voort zich te bekwamen; tal van jonge edelen, o. a. 'sprinsen neef Guillaume Louis van Portugal en zijne beide natuurlijke zonen Willem en Lodewijk van NassauLa Leck genoten aldaar hunne militaire opleiding (1). De als krijgsman ervaren jhr. Justinus van Nassau, gouverneur van stad en kasteel, voerde het bevel over 17 compagnieën te voet en 3 te paard, te zamen ongeveer 1600 hoofden; de drost Johan van Aerssen van Sommelsdijk stond aan het hoofd der burgerij. De stad was voor een geheel jaar van levensmiddelen voorzien, de maga zijnen bevatten een grooten voorraad rogge, haver, kaas en stokvisch: doch het beheer liet te wenschen over (2). Prins Maurits verving drie compagnieën ruiters, als minder noodig bij de verdediging (3), door 28 compagnieën te voet, waarbij zijne garde en die van zijn broeder; de kolonel Haulterive kreeg het bevel over de Franschen en de Walen, kolonel Charles Morgan over de Engelschen, kolonel Adolf Filips van Hornes, heer van Loeres, over de Nederlanders en de Schotten. Toen omstreeks half Februari in de Republiek geruchten liepen om trent een vijandelijke troepenverzameling bij Santhoven, achtte men 't voldoende om voorloopig 6000 waardgelders op te roepen (4). Uitsluitend om financieele redenen werd het leger niet tijdelijk versterkt (5); de Prins kon zelfs geen beschikking krijgen over de compagnieën in Zeeland, Friesland en Groningen, door „de schrick die elck voor syn eygen quar- „tieren" had (6). Men bleef lang in het onzekere omtrent 'svijands bedoelingen. Prins Maurits koos weder 's Gravenweerd als verzamel plaats voor de Staatsche troepen, van waar punten ten Z. der rivieren gemakkelijk te bereiken waren. Voorts liet hij prins Hendrik Frederik met 60 compagnieën inschepen naar Rees om daar voor anker te blijven liggen; hij gaf bevelen tot opzending van brug-materieel en matrozen, aanvulling van magazijnsvoorraad en zorgde dat de musketiers van het vastgestelde model vuurwapenen voorzien waren. Ordonnansen-posten tusschen Arnhem en 's-Gravenweerd werden ingericht, het vrijleger afgekondigd (7), een compagnie pionniers onder kapitein Jacques de (1) Bijlage XIII bevat de geslachtslijst der afstammelingen van jhr. Lodewijk, natuur lijken zoon van Prins Maurits; zijn broeder Willem overleed zonder nakomeUngenvoorts bijzonderheden betreffende de prinsen van Portugal. (2) Zie Aanteekening N°. 73. (3) Nam. de vanen van de graven vak Culemborg en Limburs Stirum en van Villebon. (I) Res. S. G. 19 Februari12 en 27 AprilRes. H. 26 April 1624. (5) Het aanbod van Hans Hugo van Osnabrugge om een regiment van 4000 goed ge oefende soldaten uit Ravensberg aan te brengen werd afgeslagenhjj ontving 200 voor bemoeiingen (Res. S. G. 242530 April en 7 Mei 1624). (6) Res. H. 26 April 1624. (7) Res. S. G. 6, 17 Juni, 21 Juli, Res. R. v. St. 7 Juni, 12 en 26 Juli 1624.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 147