124 Wit en 20 extra- ordinaris kanonniers onder Joost Nolde aangenomen (1). De Prins wenschte zelf naar het leger te gaan, en wel met gedepu teerden, „versien met een goede somme gelts om de legerlasten te „connen betaelen"; doch hij vertrok met de verzuchting aan de Staten van Holland „dat hij noyt en is vertogen met soo klagenden krijghs- „volck, ende zoo kleyne voorsorge tot de Leger-kostendaer af alle de „officieren van 't verledene jaer noch onbetaelt waren" (2). Eenige com- miesen en conducteursdie van het vorige jaar nog 27.727 te vor deren hadden, verklaarden wegens gebrek aan middelen niet te velde te kunnen komen; Holland kwam met 20.000 te hulp (3). Spinola vertrok op 21 Juli uit Brussel naar Turnhout, waar ongeveer 1S000 man verzameld warennam. 198 compagnieën te voet (15 regimenten) en 39 compagnieën te paard. Zijne onderbevelhebbers en de aartshertogin Isabella verklaarden zich tegen een beleg van Breda, doch Spinola dreef zijn plan door. Bij aankomst van het Spaansche leger te Sant hoven, meende men in de Republiek dat Spinola Bergen-op-Zoom ver volgens Breda of Heusden bedreigde (4)pas op 28 Augustustoen zijne voorste afdeelingen Ginneken en Terheydenvervolgens Teteringen en Princenhage bezetten, hield alle onzekerheid op (5). Het ongunstige jaargetijde bemoeilijkte den aanvoer van levensmiddelen op verren af stand en vertraagde de distributiehet gevolg daarvan was groote duurte (6). Middelerwijl ontving graaf Hendrik van der Berg, wien was opge dragen het beleg voor Grave te slaan, uit Spinola's leger een verster king onder graaf Johan van NassauSiegen en Hyacinthe de Yelasco markies van Belvedere, zoodat graaf Hendrik ongeveer 20.000 man onder zijne bevelen had. Na zich te hebben meester gemaakt van het kasteel Montelbergde stadhet kasteel van Cleve en de stad Gennep (7) betrok hij een legerplaats bij Mook, graaf Johan boven Grave. Prins Hendrik Frederik verliet Nijmegen met 4000 man voetvolk en 1800 paarden om tot ontzet van Grave graaf Hendrik aan te vallen. Dit (1) Res. R. v. St. 5 Juli en 8 Augustus 1624. (2) Res. S. G. 24, 25 en 28 Juli; Res. H. 24 Juli. Bij de Staten van Holland kwamen klachten in van de Engelsche en de Schotsche kolonels „datse opgegeten worden vande interes sen van de solliciteurs om de langhsame betalinge die dese provincie doet" (Res. H. 16 Juli 1624). (8) Res. S. G. 22 en 23 Juli. Prins Hendrik Frederik had 20.000 te ontvangen voor zijne diensten te velde in 1623 (Res. S. G. 22 Augustus 1624). (4) Res. S. G. 21, 24 en 28 Juli 1624. Zie „Robaulx de Soumoy, Gucrres du Pays-Bas; Hermannus Hugo le siège de la ville de Bredaconquise par les armes du roi Philippe IV". (5) B\j een der eerste uitvallen sneuvelde Gotthart van "Nijthoff bevelhebber der garde van Prins Maurits. (6) De Staten Generaal vaardigden den 2den September 1624 uit een „placaet waer bij „den Neutralen en allen anderen verboden wert eenige vivres of ammunitie van oorloge nae de Legers van de Koninck van Spangien te voeren" (G. P. B. I 1120). (7) Res. S. G. 15 Augustus 1624.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 148