191 1613). Zijne compagnie was gerepartieerd op Holland (Res. S. G. 28 Juli 1611Res. H. 19 Maart 1612). By zyne benoeming tot kolonel had hy het regiment reeds acht jaren gecom mandeerd gedurende afwezigheid van graaf Johan Ernst (Res. S. G. 19 October 1617). (4) Res. S. G. en Res. R. v. St. 24 October 1617. Holland verzette zich tegen de benoe ming van Jacques Wijts tot luitenant-kolonel en van Gilles de la Fosse tot sergeant majoor; na overeenstemming kregen beiden een nieuwe commissie (Res. H. 15 September; Res. -R. v. St. 16 November 1618). (5) Res. R. v. St. 1 Juli 1624. Jacques Wijts was sergeant-majoor-generaal van het leger geworden. (6) Res. R. v. St. 30 October 1615. (7) Res. R. v. St. 29 October 1622. (8) Res. R. v. St. 8 Juli 1624. (9) Dr. J. van Vloten. Leven en werken van Willem en Onno Zwier van Haren. n. COMPAGNIEËN ZWITSERS. In 1609 telde het Staatsche leger drie compagnieën Zwitsers onder bevel van de kapiteins Bartholomeus Andrio genaamd Walsdorffer, Bartholomeus Eysenkramer en Hendrik Dutaller. Het voltallig hou den met Zwitsers ging met veel moeite gepaard; hoewel geen lieden van anderen landaard daarbij mochten worden aangenomen (1), deden zich bij vaceerende kapiteins-plaatsen geen landgenooten op om hen te vervangen. Walsdorffer sneuvelde op 30 December 1622 bij het beleg van Ber- gen-op-Zoom en werd opgevolgd door Jan Coenraad van Salm, wild en rijngraaf van het Heilige Roomsche Rijk (2). Eysenkramer nam ook niet-Zwitsers aan, doch betaalde hen slecht, zoodat hem korting op zijn traktement werd opgelegd. Bovendien wekte zijn gedrag ergernis; de Raad van State gelastte, dat hij „sal hebben „te verlaten de concubine ende hem eerlick te houden bij sijne echte „vrouwe" (3). In 1619 ging zijn compagnie over op hertog Christiaan van BrunswijkLuneburg (4). Hij bleef zich nog hier te lande op houden en overleed vóór 16 Januari 1625 (5). Dutaller verloor in 1609 het leven in een tweegevecht met den rit meester Johan de Poictiers gezegd Cadet op advies van den fiskaal der Generaliteit werd deze niet gestraft, zijnde „het fait pardonnabel" (6). Zijn opvolger Michiel de Hartoghe (7) ontving in 1623 vergunning om de compagnie aan te vullen met Duitschers of Nederlanders, mits hij hen ter gunstige gelegenheid verving door „oprechte Switsersche soldaten" (8). (1) Res. R. v. St. 7 Juni 1611. (2) S. v. o. 1621 (Archief R. y. St. N°. 1248). (8) Res. R. v. St. 16 November, 5 en 30 December 1611, 5—19 Januari 1612. (4) Res. S. G. 10 Juli en 2 November 1619. (5) Res. R. v. St. 16 Januari 1625. (6) Res. S. G. 6 December 1609 26 Januari, 1115 en 25 Februari 1610. (7) Res. S. G. 17 October 1610. (8) Res. S. G. 29 Mei 1623.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 215