199 het octrooi in 1616 van zeven jaren verleend aan Alonce Perez voor zekere „compositie soort olie" om wagens, geweren of andere ijzeren of metalen voorwerpen „dunnekens bestreken" te waarborgen tegen roest en inwerking van vocht (1). Bij de hulpdiensten werden na den Gulikschen tocht de pontgasten afgedankt, behalve de schrijver en drie man om „continuelick na de „ponten te zien" (2). Na het einde van het Bestand kwamen weder 154 pontgasten in dienst (3). In 1625 werd bepaald, dat de trein der artil lerie, de pontgasten, drie compagnieën pioniers en eenige wagens in dienst zouden blijven (4). Mr. Herman Yligerius werd in 1619 geoctroieerd voor den tijd van zes jaren wegens zijn uitvinding om met ponten en andere dergelijke vaartuigen op alle rivieren over te varen met ruiters, voetvolk, geschut, enz., zonder zeilen, riemen, boomen, sturen of hulp van menschen „als „alleene een die de ponte los, ende vast maeckt, werdende doorzeecker „instrument gedwongen soo recht over te vaerendat het nyet een hant „breet sal missen aen te commen, daarmen begeert te wesen. Al waert „oock soo, dat den stroom ende wint tsamen hert ende sterck affdron- „gen, ende men soude dencken dat het onmogelick, waere zijn cours „te houden". Dat de uitvoering weinig practisch nut opleverde, bewijst wel dat hij beloond werd met slechts 12 (5). Bijzonderheden betreffende de ingenieurs en de mineurste velde onder de bevelen van den generaal der artillerie gesteld, zijn vermeld in Bij lage IV. Als bijzonderheid zij nog medegedeeld, dat de petardier Johan de Ckecjui gezegd La Roche in 1622 vergunning kreeg het petardierhuis, staande naast het leprosen-gesticht te's-Gravenhagetusschen het Zieken en den Rijswijkschen weg te bewonen (6). (1) Res. S. G. 2 November 1616. (2) Res. R. v. St. 7 October 1610. (3) Res. R. v. St. 7 Juni 1622. (4) Res. S. G. 5 Augustus 1625. (5) Res. S. G. 3 en 5 September 1619. (6) Res. H. 23 October 1622. H\j was in 1617 Hendrik van Hamburgh opgevolgd als kapitein eener compagnie (Res. H. 7 en 19 AprilRes. R. v. St. 8 April 1617).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 223