217
Friesland nam aanstonds 400 man extra in dienst, die met 3000 H£
kruit, 6 last rogge en 4000 ponden zoete melksche kaas gezonden werden
naar Delfzijl. Inmiddels wisten de Staten-Generaaldat de Spaansche
vloot naar Barbarije was gestevend, zoodat zij Friesland voor den be
toonden ijver bedankten, met advies om de 400 man „mette beste mes-
nage" weer af te danken (Res. S. G. 18 September 1614).
De graaf van Oost-Friesland, die zijne landzaten onder de wapenen
had geroepen, ontving ook een dankbetuiging. Die landzaten ontkenden
op grond van het traktaat van Oesterhausende verplichting onder de
wapenen geroepen te worden; hun werd echter door de Staten-Generaal
aan het verstand gebrachtdat zij wanneer het als thans de verdediging
van het graafschap gold, wel degelijk aan eene oproeping van den graaf
hadden te gehoorzamen (Res. S. G. 22 September 1614).
AANTEEKENING N°. 21 (bladz. 35).
Opgave van plaatsen, bezet van wege de Staten-Generaal, ten behoeve
van de possedeerende vorsten („Rapport, enz.").
a. In het land van Gulik
Gulik (gouverneur Frederik Pithan) (1), Huis Monjou, Huis Cracau
(Pieter Sasbout Oversohie), Linnich (Adolf van Gelder), Randerath
(Besco), Hambacli (Macquigny), Titz, Aldenhoven (Proude) Rheindahlen
(Joost van den Broecic), Huis te Rheijdt (Bernard van Tytfort) (2).
b. In Oleve. Emmerik (Anthonis van Utenhove), Griethausen,
Rees (Willem Pijnssen van der Aa), Grieth, Cleve (Lambert Charles)
Zevenaar, Isselburg, Ravenstein, Gennep, Kranenburg, Goch (Holcroff),
toren 'sGravelaer, Udem, Kervendonk, Huis te Colck, Weeze.
c. In Mark. Lunen, Kamen, Hoerde, Bochum, Wattenscheid, Unna,
Hamm (Leeuw) Huis ter Mark (Jan Anthonisz.) Schwerte an der Ruhr
Iserlohn, Huis te Neuenrade.
d. In Berg. De amthuizen Windeken, Blankenberg, Neuburg, Luls-
dorf, Huckeswagen, Neuenrade, amthuis en vrijheid Blijenburg, amt en
stad Plettenberg, Neustadt, Schonradt, Hardenberg, Isengarten, de voogdij
Siegburg, de rentmeesterij Drucklingen, Rade vom Wald, Leunscheidt,
BrackerfeldtSwellem, Altenau, Werdsell, nog eenige kloosters en dorpen
„als in Bergh verzekerd door Hendrik Bodewijk van Hatzfeldt en
„Wildenburch, kapitein over eene compaignie van 150 voetknechten
(1) Blijkens Res. S. G. 5 en 6 October 1618 vroegen de 3 compagnieën van het kasteel te
Gulik om voorzien te worden met servies-geld „overmits dat sy hadt als drye jaren aldaer int
„stroo gelegen ende gevroet hebbensonder eenich accommodement". Men besliste dat het
servies-geld moest betaald worden door de onder Gulik gelegen dorpendoor de bemoeiingen
van Brandenburg.
(2) Het huis te Rheydt of Rhede (Z. van Gladbach) behoorde aan Floris Harttert van
den Boetselaer heer van Asperen en Odekirchen (Res. S. G. 31 Maart en 24 December 1615).