309
groote moeite om het oproer te stillen; de hoofdaanleggers werden ver
wezen naar de galg of de galeien, de overigen naar het leger in Friuli
gezonden, waar andermaal een oproer uitbrak, hetwelk velen met den
kogel moesten boetenvolgens in Nederland verspreide valsche geruchten
zouden alle soldaten in ketenen geklonken tot galeislaven gemaakt en
de kolonel Wassenhoven om het leven gebracht zijn (1). De kolonel
overleed den 16den Juni, waarschijnlijk uit verdriet; hij liet het bevel
aan den luitenant-kolonel Johan Sticke, wiens broeder Dierck, resident
aan het Hof van Brandenburg, vruchteloos verzocht hem tot kolonel te
benoemen „ten regarde van de sware costen, moeyten ende groote peri-
„culen die den voorzs. Johan Sticke vuytgestaen heeft, int velck aen-
„tenemen ende onderhouden, ende op zijn perijckel tot Venetiën". De
Senaat verleende hem in 1618 ontslag als luitenant-kolonel, onder dank
betuiging voor de bewezen diensten (2). Aan de kinderen van wijlen
den heer van Wassenhoven beloofde de senaat 1000 als vereering der
nagedachtenis van hun vader (3).
De beide regimenten van graaf Johan Ernst waren intusschen onder zeil
gegaan naar Pirano in Istrië en van daar gezonden naar de Venetiaansche
troepen, die het beleg hadden geslagen voor Gradisca in het Oosten-
rijksche graafschap Goertz. Binnen anderhalven dag veroverde de graaf
stormenderhand de schans Diana („Morghen-sterre") en de Keizerlijke
schans, waarvoor de Venetianen reeds 15 maanden, met verlies van
.000 man, gelegen hadden. De graaf wilde zich nu ook aanstonds
meester maken van „Forte de Stella" (Sterrenschans), waarmede het lot
van Gradisca beslecht zou zijn; doch dit werd hem door naijver van den
Venetiaanschen generaal Giovanni de Medici natuurlijken zoon van den
groothertog Cosmos Ivan Toskane, belet. Verstandhouding tusschen beide
bevelhebbers ontbrak geheelnoode had graaf Johan Ernst zich, nog wel
op aandrang van Prins Maurits met de tweede plaats in het opperbevel
vergenoegd. Als gevolg daarvan werd het beleg uiterst traag voortgezet,
zoodat Gradisca pas dertien maanden later zou gevallen zijn, als aarts
hertog Ferdinand niet tijdig vrede had gesloten met Venetië (4). Het
ongunstige klimaat, slechte verpleging en duurte der levensmiddelen
ondermijnden het gestel der Nederlandersbovendien bevorderden knoeie
rijen met de betaling door de kapiteins de desertie. .Tqhan Ernst bezat alle
goede hoedanigheden tot aanvoering op het slagveldmaar schoot te kort
in het beheer. Na anderhalve maand te velde geweest te zijn waren de
32o0 Nederlanders tot 400 geslonken en verzocht de graaf ontslag. Dit alles
ontstemde de prinsen Maurits en Hendrik Frederik levendig tegenover
hun neef, die naar hunne meening de eer van het Huis van Nassau niet
(1) Res. S. G. 10 Juni 1617.
(2) Res. S. G. 3 Juli 1617, 30 Januari en 17 Juli 1618.
(3) Res. S. G. 7 December 1620.
(4) Res. S. G. 30 Juli 1617.