51
jaren 1614 tot 1617 te stellen op 9%, de ontbrekende 2% over de
andere provinciën om te slaan. Men kwam tot geen besluit (1).
2°. Tusschen Friesland en Groningen bestond geschil over Delfzijl,
welke plaats na de overgave van Groningen in 1594 onder de souverei-
niteit van eerstgenoemd gewest was gebleven, doch waarop thans Gro
ningen aanspraak maakte. Friesland wilde wel afstand doen van de
souvereiniteit over Delfzijl, doch behield zich wegens handelsbelangen
het recht voor om aldaar bezetting te leggen. De Staten-Generaal ver
leenden hunne bemiddeling (2).
3°. Met Groot-Brittannië verkeerde men op gespannen voet betreffende
het ontruimings-vraagstukmeer bijzonder omtrent in-en uitvoer-tarieven
van handels-artikelen, vooral laken (3).
4°. In Frankrijk bleek de vrede van Laudun van korten duur en ont
stond nogmaals een breuk tusschen het Hof en de misnoegde edelen.
Dientengevolge zag de Republiek zich opnieuw en onder minder gunstige
omstandigheden gesteld voor de vraag, voor wie partij te kiezen. De prins
van Condé toch was den 2den September gevangen genomen (4): reden
waaromals reeds vermeldde Coligny en andere officieren nog niet uit
Frankrijk waren teruggekeerd (5). Koning Lodewijk XIII drong aan op
maatregelen om de desertie van Fransche militairen in Staatschen dienst
te verhinderen, aan zijne tegenstanders alle wervingen hier te lande en
in het Guliksche te belettendit geschiedde bij plakkaattevens met verbod
tot uitvoer van krijgsbehoeften (6). De vraag om de twee compagnieën
Fransche ruiters voor zekeren tijd naar Frankrijk te zenden vond een
gunstig onthaal (7)aangezien men weinig op den trouw der protestantsche
ruiters kon rekenen, bedoelde het verzoek vooral om zeker te zijn van
den steun der Republiek en de tegenpartij tot omzichtigheid te nopen. De
ruiters gingen dan ook niet op marsch. Bij een volgend aanzoek om
oorlogsschepen naar de Gironde te zenden tot het fnuiken van Huge-
nootsche woelingen, werden vijf bodems ter beschikking gesteld (8).
Toenzooals 't heettede wind ze drie maanden lang belette van Texel
(1) In 't laatst van het jaar werd de ontvanger-generaal wederom gemachtigd tot het
sluiten eener leening ten laste van Zeeland (Res. S. G. 6 December 1616).
(2) Res. S. G. 9, 10 en 26 November 1616.
(3) Dit nam niet weg dat de kapitein Johan Pigot vergunning ontving om voor den tyd
van 8 tot 12 maanden met sir Walter Raleigh als sergeant-majoor van zyn krijgsvolk een
reis naar West-Indië te maken (Res. S. G. 22 en 23 November 1616).
(4) Mr. Groen van Prinsterer, Archives de la maison d'Orange, Nouvelle série, Tome II
Lr« CCCXCI. De prins herkreeg eerst in 1619 zijne vrijheid.
(5) Res. S. G. 14 September 1616.
(6) G. P. B. II 294. Plakkaten van 20 September 1616 en 3 Februari 1617gedeeltelijk
overeenkomende met die 22 Juli 1614, 5 November 1618 en 12 April 1619.
(7) Res. S. G. 28 en 30 September 1616.
(8) Res. S. G. 26 September 1616.