60 volgens hetwelk alle waardgelders binnen 24 uren na de afkondiging de wapenen moesten neerleggen onder bedreiging anders als oproerlingen te worden gestraft; de Staten-Generaal droegen de uitvoering op aan den Prins en de afgevaardigden, die hem naar Utrecht hadden vergezeld (1). De afkondiging geschiedde; dwangmaatregelen bleken onnoodig. Alle tegenstand bij de Hollandsche Staten was overwonnende afdanking der waardgelders had onverwijld plaats (2). Een geheele ommekeer in de regeering van Holland volgde. De op 13 November 1618 te Dordrecht geopende synode veroordeelde de Remonstrantsche leer als onrechtzinnig en stelde de leerstukken der Hervormde kerk vast (3). oorts machtigden de Staten-Generaal Prins Maurits tot inhechtenis neming van den grijzen Johan van Oldenbabnevelt en zijne voor naamste medestanders Hugo de Groot Rombout Hogerbeets en Gillis van Ledenberg (28 Augustus) (4). Alleen Adolf van der Wael, heer van Moersbergen, na zijn vlucht gevangengenomen op het Huis te Meiveld in Munsterland en naar den Haag vervoerd, kreeg vergiffenis (5). De rechters onderstonden 't, na een zeer partijdig gevoerd proces, om Oldenbarnevelt tot de straffe des doodsde Groot en Hogerbeets tot levenslange gevangenis te veroordeelen. Van gratie geen sprake. Op 13 Mei 1619 zag het Haagsche Binnenhof schandelijk het hoofd vallen van den grijzen staatsman „een man van grooten bedrijve, besoigne, memorie „ende directie, jae singulier in alles" (6). De beide anderen zouden hunne verdere levensjaren op het kasteel Loevestein slijten (7). De verandering in de staatspartijen van Holland en Utrecht fnuikte den invloed van den adel en bracht haar macht over bij de regenten- familiën der door den handel rijk geworden steden. De kiachtige staatkunde van Oldenbarnevelt had in het buitenland ontzag voor Nederland gevestigd. Groot was dan ook overal de ver bazing over zijne inhechtenisneming. De goede verstandhouding met Frankrijk dreigde dientengevolge verbroken te worden; men zag niet in, (1) Res. S. G. 17 Augustus 1618. (2) Res. S. G. 21 AugustusRes. H. 28 en 24 Augustus 1618. (3) De sluiting der synode had plaats op 29 Mei 1619. Hertog Frederik III van Holstein- Gottorp vergunde aan uitgeweken Arminianen het naar Hollandschen bouwtrant stichten eener stad, die den naam kreeg van Frederikstad. Na den aanslag der zonen van Olden barnevelt op het leven van Prins Maurits (1623) werden de verdreven Remonstrantsche predikanten weder in de meeste Hollandsche steden toegelaten. (1) Gilles van Ledenbero pleegde den 28sten September zelfmoord in de gevangenis (Res. S. G. 29 September 1618). (5) Res. S. G. en Res. H. 4 Februari 1619. (6) Res. H. 13 Mei 1619. Graaf Willem Lodewijk van Nassau had voor Oldenbarnevelt's behoud gepleit (Archives de la maison d'Orange-Nassaudeuxième sérieTome IIlettre CCCCLX). Ook de heer van Chrstillon als gezant van koning Lodewijk XIII overgekomen, had in de Stateii-Vorgadoring ton gunste der gevangenen gesproken (Res. S. G. 3 en 5 November 1618). (7) Zie Aanteekening N°. 37.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1915 | | pagina 84