De B-25 North American 'Mitchell' middelbare bommenwerper/strafer Feitelijk zou de B-25 in Nederland een veel grotere populariteit moeten genieten dan andere vliegtuigen maar zeer veel van de met name oudere Nederlanders hebben dit toestel ook nooit zien vliegen. In z'n totaliteit weet men ook weinig van de B-25 af. Toch is het een vliegtuig waarop het grootste aantal Nederlandse piloten en andere bemanningsleden hebben gevlogen maar dan ook in hoofdzaak buiten onze huidige landsgrenzen! Het is ook een propellorvliegtuig waarvan we het grootste aantal hebben bezeten, en wel 164 stuks, die in de periode 1942-1945 in ontvangst werden genomen. Er zijn ons tijdens de oorlog vrijwel zeker een veel groter aantal toegewezen en zelfs in Amerika officieel in ontvangst genomen, maar daarna kwamen toch weer vele van deze B-25's in andere handen. In Engeland werden nog een aantal B-25's van de RAF geleend. Gebruikt werden ze door Nederland bij de ML-KNIL in het Pacific gebied, in West Europa/Nederland bij 320 sqn. en ook na de oorlog bij de Marine Luchtvaart Dienst in Nederland. Onder oorlogsomstandigheden vloog dit toestel voor ons boven West-Europa in de jaren 1943-1945 en boven het gebied van Australië en Indonesië in de jaren 1942 1949. De eerste B-25 werd in Australië in 1942 ontvangen en de laatste ging in Neder land in 1954 uit dienst. Na het einde van de 2e WO werd dit toestel gekwalificeerd als 'possibly the best allround light-medium bomber' en wel in de eerste plaats omdat de B-25 letterlijk op alle fronten werd ingezet maar ook omdat het in Amerika in grotere aantallen werd gebouwd dan welke andere twee-motorige bommenwerper in dat land. De Nederlandse keuze voor dit toestel kunnen we min of meer toevallig noemen, maar de keuze voor een twee-motorige middelzware bommenwerper echter niet. De ML-KNIL in Indië zocht voor zijn modernisatieplan 1940 een vervanger voor de reeds ten dele verouderde Glenn Martin bommenwerper, en wel 162 stuks (9 afde lingen (squadrons) met elk 9 eerstelijns vliegtuigen met 9 reserves). Het uitbreken van de oorlog in Europa deed de Amerikaanse overheid zeer terughou dend zijn met het verstrekken van vergun ningen aan derden buiten de eigen lucht macht en die van Engeland. Vliegtuigfabrie ken met de meeste bekendheid en ervaring hadden prioriteit bij de eigen overheid. Na veel moeite gelukte het de in Amerika verblijvende Netherlands Purchasing Commission (NPC) begin 1941 een over eenkomst af te sluiten met een betrekkelijk jong en toen klein bedrijf de North Ameri can (NA) Aviation Corporation voor de levering van 162 B-25's. Deze fabriek zou later ook nog bekend worden door zijn P-51 'Mustang' jager. Hoewel de USAAF al bestellingen voor de B-25 had geplaatst, waaronder 'een garantie voor onvoorziene omstandigheden' (lees prioriteit wanneer Amerika in de oorlog terecht zou komen), stond de B-25 binnen de USAAF nog niet hoog aangeschreven. In feite had men weinig ervaring met twee-motorige bom menwerpers. Bezien we de situatie bij de USAAF in de tweede helft van de dertiger jaren dan had men naast lichte (meest één-motorige) korte afstand taktische bommenwerpers, de zware vier-moto rige bommenwerpers B-17 'Vlie gend Fort' en de B-24 'Liberator' die beide voorzien waren van de toen hypermoderne 'Norden bombsight', die eerder ontwikkeld 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1988 | | pagina 16