het PEP gefunctionneerd als depot van ML- personeel en vliegtuigen, vanwaaruit crews werden geleverd aan de operationele onder delen. Vele bemanningen ondergingen re gelmatig bijscholing, leerden omgaan met nieuwere versies vliegtuigtypen, nieuwe ap paratuur, taktieken, etc. Hiertoe waren vrij grote aantallen B-25's en P-40's bij het PEP aanwezig. In juni 1945 werd het PEP overgeplaatst naar de vliegbasis Bundaberg (Queensland) en bleef daar nog geruime tijd na de oorlog werkzaam als depot-eenheid, o.a. voor de herscholing van gerepatrieerde ex-krijgsgevangenen van de ML, alsmede voor het onderhoud aan vliegtuigen. Ook werd begin 1943 een aanvang gemaakt met de organisatie van een eigen militair luchttransport en werd het NEI Transport Section Brisbane (NEI TSB) opgericht, eerst bemand met vliegend personeel uit de NI burgerluchtvaart, dat uitgeweken was naar Australië en tot dan toe voor de Amerikanen had gevlogen. Vanaf medio 43 werd deze sectie aangevuld met ML-personeel afkom stig van het 18e squadron dat met 'rust' naar het zuiden was overgeplaatst. In augustus werd met na veel vijven en zessen een tweede sectie opgericht, de NEI Transport Section Melbourne (NEI TSM). In november 1944 werden beide secties samengevoegd tot het NO. 1 NEI Transport Squadron (No 1 NEITS), met als basis het vliegveld Archerfield nabij Brisbane. De voornaamste taak van dit squadron, zoals de secties dit eerder hadden gedaan, was het bevoorraden van de operationele squadrons in het noorden. Daarvoor werden geregelde lijndiensten gevlogen tussen Melbourne, Sydney, Brisbane, Batchelor en later - naar mate het front opschoof, delen van Neder- lands-Indië vrij kwamen en dientengevolge militaire en civiele eenheden werden over geplaatst - ook naar Merauke en verder. Gevlogen werd in eerste instantie met drie Lockheed Lodestars, die nieuw uit Amerika werden overgevlogen door Nederlandse bemanningen, en vijf voor transport omge bouwde B-25's. Eind 1944 werd het no 1 NEITS voorzien van een serie aangekochte Douglas C-47 'Dakota' transporters, terwijl ook vijf Lockheed L-12 lichte transportvlieg tuigen werden ingedeeld, die - afkomstig van de RNMFS - waren overgebracht uit Ameri ka. Naarmate de tijd verstreek en het einde van de oorlog in de Pacific in zicht kwam, werd de behoefte aan luchttransport groter. Bo vendien zou direct na de bevrijding een krachtig en goed georganiseerde luchtver voerdienst noodzakelijk zijn om zowel militaire als civiele belangen te dienen. In eerste instantie werden de transportsecties en later ook het squadron oogluikend door de geallieerden toegestaan. Tot een werkelij ke erkenning kwam het pas op 15 augustus 1945, de dag van de Japanse capitulatie. Vanaf die datum kreeg het officieel de naam: No 19 Transport Squadron (19 TS). 8. ML-KNIL TERUG IN INDIË Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en kwam er een einde aan de Pacifïc-oorlog, hetgeen tevens het einde betekende van de Tweede Wereldoorlog. Op die datum was het 18e bezig te verhuizen naar het bevrijde Balikpapan op Borneo, terwijl het 120e zich nog steeds op het eiland Biak bevond. De daarop volgende maanden kunnen worden beschreven als een chaotische periode. Allereerst werd door het 18e met man en macht gezocht naar krijgsgevangenen- en concentratiekampen over de gehele archi pel. Vervolgens werden bij deze kampen voedseldroppings uitgevoerd. Aanvoer van deze uiterst noodzakelijke levensbehoeften vond plaats vanaf Australië door het trans portsquadron, een afstand van meer dan 5000 km. Veel ML-ers werden, verspreid over de gehele archipel, ingezet bij organisaties die de bevrijding van krijgsgevangenen en ge- interneerden tot doel hadden. Daarbij kwa men zij - vanwege de Indonesische vrijheid- strijd, die toen woedde - soms in levensge vaarlijke situaties te verkeren. Een aantal sneuvelde zelfs in deze na-oorlogse krijg of werden vermoord. Om politieke redenen mocht vooreerst geen Nederlands squadron op Java of Sumatra landen op de zeer weinige vliegvelden die door de Britten waren bezet. Voor de verdediging tegen het nationalistisch geweld was men afhankelijk 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1992 | | pagina 18