vanaf HMS FURIOUS werd gedaan op een Duitse zeppelin-haven. Het zou echter tot de Tweede Wereldoorlog duren aleer de waar de van de carrier volledig werd erkend. Eerst heerste er een zeker sceptisme jegens het vliegtuig bij de marines en vooral tegen het vliegkampschip. Mannen als Mitchell, Trenchard en ook later 'Bomber' Harris betoogden, dat zij eigenlijk onnodig waren, daar het vliegtuig van een luchtmacht (Air Force) alleen al een oorlog kon winnen. Die visie werd in de Tweede Wereldoorlog gelo genstraft, en ook daarna! Trenchard's visie leidde tot de oprichting van de Royal Air Force op 1 april 1918, waar bij de R.A.F. niet alleen eigen taken kreeg, doch ook de Navy en Army van vliegtuigen en personeel diende te voorzien. Doel en middelen werden onder één noemer gebracht. Dat vond de Royal Navy een slech te zaak, die met de in 1914 opgerichte Royal Naval Air Service veel tot de ontwikkeling van de Fleet Air Arm en de overwinning had bijgedragen. 'Seawarfare has to be executed by one company (in the same uniform)' bleef het motto van de Admiralty. Gevolg van de oprichting van de R.A.F. was, dat het Air Ministry voornamelijk ging uitma ken wat voor vliegtuigen goed waren voor de Fleet Air Arm en hoe de bemanningen wer den samengesteld. Vaak waren de bemannin gen een 'mix' van R.A.F. en RN, die niet met 'hun' schip waren geïntegreerd, zodat die weinig gemotiveerd waren. De ruzie liep zo hoog op, dat de politici in 1987 de door hun voorgangers in 1918 geno men besluiten terugdraaiden en zo de Fleet Air Arm weer onder de Royal Navy kwam, hetgeen in 1989 werd voltooid. De Fleet Air Arm begon dan ook de inmid dels uitgebroken Tweede Wereldoorlog met verouderde vliegtuigen, waaraan haastig omgebouwde Hurricanes, Spitfires en Battles (z.g. Sea Hurricanes, Seafires en Fulmars) werden toegevoegd. Die waren echter vanwe ge prestaties bij deklandingen en hun gerin ge actieradius inferieur aan soortgenoten bij andere marines. Dat zou leiden tot de aan koop van een groot aantal Amerikaanse vliegtuigen, speciaal voor carriers ontwor pen. Sceptisch stonden ook de scheepsartilleris- ten, de z.g. 'gunners' tegenover de carrier. Zij betoogden, dat het slagschip met steeds groter wordende kanons en zwaarder pant ser, betere waterdichte indeling en beheer sing van schade, de kern van de vloot zouden blijven. Naast de ontwikkeling van het vlieg kampschip zou die van het slagschip door blijven gaan. De USNavy had eerst te duchten van de theo rie van generaal Mitchell, waarbij hij niet alleen de Army Air Force als een apart derde krijgsmachtdeel voorstond, maar ook beweerde dat een slagschip door een vlieg tuig tot zinken kon worden gebracht. Niet erg realistische proeven werden in 1921 genomen met voor anker liggende schepen, zodat uiteindelijk ook het zwaarste schip, het Duitse slagschip OSTFRIESLAND zonk. De USNavy maakte daartegen zinvolle tegenwer pingen; de schepen lagen voor anker en kon den niet een aanval met koers- en vaartveran deringen bemoeilijken; er was geen luchtaf weer, de schepen waren niet tegen vliegtuig bommen gepantserd en hadden geen scheepsbeveiliging om in geval van schade, die te beperken. Behalve dat, konden gelijke resultaten ook geboekt worden met boord- vliegtuigen. Het vormen van een 'vuist' met boordvlieg- tuigen was namelijk al snel bij de USNavy erkend. Aparte boordvliegtuigen werden ontworpen, zoals in de jaren dertig de Devastator torpe dovliegtuigen, Dauntless duikbommenwer pers en Wildcat boordjagers, die door hun constructie, hun pantser en speciale voorzie ningen een groot incasseringsvermogen had den, doch wat langzamer waren en minder bereik hadden dan bijvoorbeeld hun Japanse tegenhangers, resp. de Kate, de Val en de Zero. Reeds bij oefeningen in de jaren dertig wer den vanaf vliegkampschepen aanvallen gedaan op Pearl Harbor, tot verrassing van de 'verdedigers', zonder dat daaruit lessen werden geleerd. De waarde van de z.g. fleet- carrier nam steeds meer toe. Bij de USNavy en de Japanse Marine behiel den de 'gunners', zij het in mindere mate, hun kritiek en bleef men ook .slagschepen 25

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1995 | | pagina 25