Een squadronfoto van het 120 Sqn.
selinge Japanse aanval. Deze aanval kwam
nooit, omdat de Japanners in deze fase van
de oorlog het initiatief al waren kwijt geraakt
aan de geallieerden. In de zomer van '44
werd het squadron overgeplaatst naar
Merauke, in zuidelijk Nieuw-Guinea. Merau-
ke moest beschermd worden en tevens wer
den aanvallen op Japanse stellingen in de
omgevi 11 g uitgevoerd
In september 1944 beleefde het 120e een
zwarte dag. Een C-47 Dakota, met vliegers en
grondpersoneel op verlof, was naar Australië
vertrokken, maar is daar nooit aangekomen.
Pas in 1993 werd het wrak in de omgeving
van Cairns gevonden. Bijna twintig man kwa
men bij de crash om, waaronder zeven vlie
gers van het squadron.
Er werden vanuit Merauke maar weinig
offensieve missies gevlogen en de vliegers
begonnen te morren. Majoor Maurenbre-
cher kreeg gedaan, dat vanaf november 1944
per keer, vier vliegers vanaf de geallieerde
basis Noemfoer (noord Nieuw-Guinea) kon
den opereren. Tot 13 januari 194.5 werd met
grote regelmaat vanuit Noemfoer gevlogen.
Hierbij kwam op 9 december 1944 bij een
aanval op Banda, de le luitenant Paul de
Jager om het leven.
Tussen februari en juni 1945 stond het
squadron op non-actief, waarna het vanaf het
eiland Biak opnieuw werd ingezet. In de laat
ste maanden van de oorlog werden nog vele
operationele missies gevlogen, waarbij twee
vliegers omkwamen. I11 totaal verloor het
squadron veertien vliegers tijdens de oorlog.
RESEARCH
Zomer 1993 begonnen Max en de conserva
tor van het museum, Bas Kreuger, met de
research naar de verliezen van het 120e
squadron. Vanaf de zomer van '43 was dit
squadron operationeel geweest voor de ver
dediging van Australië en Nieuw-Guinea.
Later werden ook offensieve missies tegen de
in Nieuw-Guinea aanwezige Japanse troepen
gevlogen. Tijdens de oorlog gingen tiental
len toestellen verloren; bij noodlandingen,
motorstoringen, botsingen, ditchings en
5