toestellen bepaald. Het zou evenwel tot augustus 1951 duren eer deze sterkte werke lijk werd gehaald (14). TWEE JAAR KOMMER EN KWEL Voor het efficient uitoefenen van de OSRD- taak moesten de vliegers van Squadron 5 met de Sea Otters geregeld waterstart- en lan dingsoefeningen uitvoeren. Voor dit doel werden zowel de Westeinderplassen als het Haringvliet als vaste oefenplaatsen gekozen. In het laatste geval werden dan tevens red dingsoefeningen uitgevoerd (15). Op 16 januari 1952 verliep een dergelijke start- en landingsoefening niet bepaald volgens het boekje, toen de L-7 een noodlanding op de Westeinderplassen nabij Leimuiden moest maken en daarbij over de kop sloeg. Geluk kig mankeerden de twee inzittenden niets, maar het toestel kon direct als "total loss" worden beschouwd. De zwaar gehavende L-7 werd daarna op Valkenburg vakkundig gede monteerd, waarbij nog bruikbare delen en artikelen aan de toen reeds sterk gedeci meerde onderdelenvoorraad werden gevoegd. Op 28 oktober van dat jaar volgde de officiële afschrijving. In verband met een gewijzigde taakstelling voor Squadron 5 werd op 10 maart 1952 Vliegtuigsquadron 8 in dienst gesteld. Dit squadron had voorheen in Nederlands-Indië met Dakota's geregelde lijndiensten gevlo gen, maar kreeg nu o.m. de OSRD-taak toe bedeeld. Op genoemde datum ontving het de vier Sea Otters (L-l, L-5, L-6 en L-8) van VSQ 5. Op 23 april werd de L-2 aan de sterk te toegevoegd. De dag daarop ging helaas wederom een Sea Otter verloren. Ditmaal was het de L-6, die met wielen "uit" een lan ding op de Westeinderplassen maakte en capoteerde. Het toestel raakte hierbij zwaar beschadigd, maar ook nu kwamen de inzit tenden er met de schrik van af. Net als de L-7 moest ook de L-6 worden afgeschreven en "in delen worden opgebracht". Op 24 juli 1952 trof het squadron tijdens een reddings oefening met de L-l op het Hollands Diep nabij Moerdijk een ernstig ongeval, waarbij de 24-jarige vliegtuigmaker-parachutepakker W.A. Bruns om het leven kwam. Staande op de vleugel tijdens het taxiën viel Bruns in de draaiende propeller en was op slag dood (16). Op 4 november 1952 deed zich weder om een incident voor, dat gelukkig zonder narigheden afliep. Vanwege een gebroken inlaatklep in de Mercury-motor moest de L-8 die dag een noodlanding op de Westeinder plassen maken. Diezelfde maand had de vliegtuigsterkte in VSQ 8 met twee Sea Otters een absoluut dieptepunt bereikt. Gelukkig kon het Marine Luchtvaarttechnisch Bedrijf (MLTB) in december de L-l, L-2 en L-3 aan het squadron overdragen. Hierdoor kon weer over vijf Sea Otters worden beschikt (17). Gedurende het hele jaar 1952 werden met de Sea Otters ruim 295 vlieguren geac cumuleerd. In totaal werden 25 OSRD-vluch- ten (inclusief proefalarms) gemaakt. Gere kend over het totaal aantal van 2425 gemaak te vlieguren, die VSQ 5 t/m maart en VSQ 8 voor de rest van het jaar voor dezelfde taak uitvoering wisten te bereiken, dan steekt het aandeel van de Sea Otters met zo'n 12% wel heel schriel af (18). Voornaamste reden hier voor was, dat de algehele conditie van de amfibies ronduit slecht was. De dural romp kon nog als redelijk goed worden gekwalifi ceerd hetgeen echter allerminst voor de houtconstructie van de vleugels, kleppen en roeren gold. Onderdelen waren op dat moment slecht of helemaal niet verkrijgbaar, waardoor de reparaties langdurig waren. Ook het periodiek onderhoud aan de Sea Otters bleek een tijdrovende zaak te zijn, waarmee in plaats van de gebruikelijke vijf tot zeven dagen zelfs maanden gemoeid waren. De hiermee gepaard gaande inspec ties leverden steeds meer bijkomende repa raties op. Door het bovenvermelde tekort of gebrek aan reservedelen moesten die dik wijls speciaal in de werkplaatsen van het marinevliegkamp Valkenburg of door toele veranciers worden aangemaakt. Ook de motoren werden vanwege een snel oplopend aantal storingen steeds onbetrouwbaarder. Daarbij was opvallend, dat de voorkomende storingen zowel bij transportvluchten van langere duur als bij lokale vluchten, waarbij vele starts en landingen werden uitgevoerd, optraden. Voor het OSRD-werk kon de Sea 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1996 | | pagina 20