EEN DITCHING EN HOE HET AFLIEP Zoals de lezers wel bekend zal zijn, functioneerde in de oorlogsjaren een zeer efficiën te Air Sea Rescue organisatie vanuit Engeland, bedoeld 0111 in de Noordzee of het Kanaal terecht gekomen vliegers op te pikken en ben te redden van krijgsgevangen schap of, erger, verdrinking. Ook Nederlandse vliegers werden wel eens gered door de Air Sea Rescue, reddingen die niet altijd van een leien dakje gingen, zoals onderstaand artikel bewijst. Het is 18 maart 1944. Het Nederlandse 320 Squadron, uitgerust met de B-25 "Mitchell" hommen weiper. krijgt voor die dag een doel in Noord-Frankrijk aangewezen. Het is een 'spe cial constructions work' in Gorenflos en de mis sie wordt geleid door J.N. Mulder. Om 12.00 uur starten 12 Mitchells vanaf de basis Dunsfold en via Pevensey Bay wordt 6 mijl zuid-west van Le Treport de Franse kust bereikt. Via Senarpont en Picqigny wordt het doel aangevlogen. Om eventuele Duitse jagers uit de buurt te houden bestaat het eigen escorte uit twee R.A.F. squadrons met Spitfires IX. Rapporteren de bemanningen eerst nog lichte inaccurate flak in de buurt van Senarpont, bij het doel is deze zeer accuraat geworden en houdt geruime tijd aan, tot het verlaten van het gebied rond Abbeville. Het doel wordt goed getroffen, maar ook acht Mitchells hebben scha de opgelopen, twee ervan zullen Engeland niet halen. Toestel FR 177 'M' met vlieger H.J. Voorspuy, waarnemer J. Vink en schutters R.F. van Nouhuis en M. Engelsma, maakt om 13.06 uur een noodlanding op het ijskoude water van het Kanaal. Over de radio wordt de positie van de in de dinghies gestapte bemanning doorge geven en al om 14.19 uur worden ze door een Walrus van de Air Sea Rescue opgepikt en in Hawkinge aan land gezet. De redding van de tweede bemanning zal aanmerkelijk meer voe ten in de aarde hebben. Mitchell II FR180 'H', met vlieger J.H. Ot, waarnemer F. Gans en schutters J.H. Posthumus en J.J.G. Lub, wordt eveneens zwaar beschadigd boven het doel en ditcht uiteindelijk ook in het Kanaal, om 13.14 uur. Ook van deze bemanning wordt over de radio de juiste locatie doorgegeven en de Air Sea Rescue molen komt weer op gang. De rest van de formatie landt omstreeks 14.00 uur weer op Dunsfold, uiteraard zeer begaan met het lot van hun kameraden in het water van het Kanaal. Om 14.25 uur start vanaf Hawkinge een Sea Otter van de Air Sea Rescue, met serienummer JM745 en bemand door Squadron Leader L.J. Brown, D.F.C., Warrant Officer J. Rose en Sergeant R.N. Smith. Brown rappor teerde na afloop het volgende: "werden naar een positie ongeveer 4 miles westelijk van de rivier mond van de Somme gezonden. Zagen een drij vende mijn 30 miles zuidelijk van Dungeness. Aangekomen op de aangegeven positie zagen wij een dinghy met daarin vier klanten ('custo mers', letterlijk in het rapport). Wij landden 200 meter benedenwinds van de dinghy om 15.07 uur, ongeveer 900 meter van een aantal Franse vissersschepen af. Wij taxieden naar de dinghy. Warrant Officer Rose wierp een lijn naar de inzittenden van de dinghy, die de lijn bevestigden en naar het achterluik van het toe stel dreven. Binnen een minuut waren alle vier mannen aan boord, de luiken werden gesloten en ik deed een poging op te stijgen; tijdens het taxieen, bij ongeveer 50 knopen, stopte de motor en kon niet op maximale toeren komen. Ik deed nog twee pogingen, bij de laatste slaag de ik erin op te stijgen, maar de motor stopte er weer mee en ik moest wederom op het water landen. Hierna besloot ik eerst verder het Kanaal in te taxieën, alvorens nog meer pogin gen te wagen. Onze radio bleek defect geraakt te zijn en we konden geen contact krijgen met ons escorte. Om ongeveer 15.20 uur begon ik terug te taxieën op een koers van 330 graden en met een snelheid van 18 knopen. Een uur later deed ik nog twee pogingen op te stijgen, maar haalde niet meer dan 2300 toeren, dus taxiede 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Nieuwsbrief Militaire Luchtvaart Museum | 1999 | | pagina 20