NMM Spitfire H-1/MJ143 Spitfire 3W-17/MK732 bij SKHV 28 Bij het Aviodrome op Lelystad staat ook al een retro Spitfire, de '3W-K/MK520' zonder serial, in een achteraf hoekje voor een eveneens retro militaire barak zoals die nog tot lang na de oorlog op Nederlandse vliegbases te zien zijn geweest Na oplevering in 1943 vliegt de MJ143 bij het RAF 485 New Zealand Squadron voor luchtaanvallen en escorteren bombardementsvluchten van Martin B-26 Marauders. Uitgerust met extra brandstof tanks begeleidt ze ook Boeing B-17 Flying Fortres ses. Vanaf maart 1944 vliegt de MJ143 bij het RAF 66 Sq op North Weald van waar ze North-American B-25 Mitchells, B-26's en De Havilland DH-98 Mos quito's escorteert. Op D-Day, 6 juni 1944, maakt de kist twee operationele vluchten, maar ontdekt geen enkel vijandelijk vliegtuig. In de dagen daarna vliegt ze vooral patrouilles in de kuststreek van Normandië. De Spit maakt in juli 1944 vooral escort vluchten. Haar laatste operationele vlucht vliegt de Spit op 30 juli 1944. De kist loopt op die vlucht schade op en moet worden gerepareerd. Ze komt in december 1944 weliswaar terug op het squadron, maar maakt voert geen operationele vluchten meer uit. Op 17 juli 1946 komt de Spitfire MJ143 in dienst bij de Luchtstrijdkrachten (LSK). Half september 1953 wordt ze, net als alle andere Spitfires, buiten gebruik gesteld en vanaf mei 1954 bewaard voor museale doeleinden. Net als de H-1 is de H-25, die in juni 1951 de squa droncode 3W-17 heeft gekregen, gebouwd bij Vic- kers op Castle Bromwich. De Spitfire heeft vanaf 25 april 1944 net als de hiervoor vermelde H-1 dienst gedaan bij het RAF No. 485 New Zealand Squadron onder de registratie OU-Q. De kist heeft heel wat operationele vluchten gemaakt, voornamelijk escort vluchten, maar ook luchtaanvallen en kust patrouilles. Als de kist op D-Day, 6 juni 1944 wordt gevlogen door F/L K.J. Macdonald, raakt de Spit betrokken bij het neerhalen van een Junker-88. Twee dagen later haalt P/O H.W.B. Patterson met de OU-Q/MK732 een Focke Wulf-190 naar beneden. Op 30 september van hetzelfde jaar crasht de kist, die dan wordt gevlogen door W/O E.G. Atkins, op weg naar huis bij het vliegveld Merville (F). Ze wordt daarna opgeknapt en overgedragen aan No.39 Maintenance Unit in Colerne. Op 22 april 1947 wordt de Spitfire aangewezen voor overdracht aan de Nederlandse Luchtstrijdkrachten. Dat vindt pas ruim een jaar later plaats na twee testvluchten. De kist wordt op 28 juni 1948 definitief overgedragen. In september 1953 maakte de 3W-17/MK732 haar laatste vlucht, ware het niet dat zij 40 jaar later, dankzij de tomeloze inzet van een kleine groep enthousiastelingen en een gecompliceerde weder opstanding, opnieuw zou gaan vliegen. De kunststof Spitfire van het NMM is dus niet zo maar een replica. Het museale beleid van het MLM vroeger en het NMM nu, is niet gericht op het in de lucht houden van haar eigen war birds of die van derden. Zo is eerder al een verzoek afgewezen om de H-1/MJ143, die daar uitstekend voor geschikt zou zijn, weer luchtwaardig te maken. Dat de res tanten van de Spitfire MK732 uiteindelijk toch voor hetzelfde doel werden afgestaan, heeft er wel toe geleid dat deze Spitfire kon worden gerestaureerd in luchtwaardige toestand. Dankzij die ruiling èn de vliegende Spitfire bij de SKHV beschikt het NMM nu over een fraaie polyester retro Spitfire die niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 30