Het uitzonderlijk hoge reactiepercentage op deze enquête mag als zeer succesvol worden beschouwd. Gaan we ervan uit dat de SVMLC 1.000 vrienden zou hebben, dan heeft een enquête met een foutmarge van 10% een betrouwbaarheidsinterval van 95%. Dat betekent dat, als er nog eens zo'n 30 steekproeven worden hou den onder de Vrienden, voor 95% vaststaat is dat dezelfde uitkomsten worden gescoord. Dat is 1 op 10. Die foutmarge is aanzienlijk kleiner als alle 266 deelnemers aan de testdag de enquête zouden hebben ingevuld. Dan zou de betrouwbaarheidsinterval 98% zijn geweest voor een populatie van 900 Vrienden, met een fout marge van 7,8%. Een van de respondenten complimenteerde ons met de opzet van de enquête. Iedereen heeft kunnen opschrijven wat hij of zij wilde. Een open vraagstelling zet aan tot het geven van een mening. En daar was het dan ook om te doen: wat vinden de Vrienden van de SVMLC van het nieuwe museum. Nu zijn Open Vragen ook niet alles. Want wat als iemand op vraag 2, of het museum hem/haar bevalt, schrijft 'niet geheel?' 'Niet geheel' is omgekeerd evenredig aan 'geheel niet'. Andere drukken zich preciezer uit. Of antwoorden met een 'ja, maar' of met 'ja en nee'. Sommigen zijn maar 'deels' positief. Kortom, het heeft nogal wat tijd gekost om al die bemerkingen te rubriceren zodat we precies weten hoe de tekstuele verhoudingen in deze enquête liggen. Met al die open vragen is het voor sommigen niet eenvoudig gewoon 'ja of nee' te antwoorden. 22 Respon denten hebben uitvoerig2' gereageerd op de enquête. Het leidt tot uitgebreide beschouwingen waarom men 'deels' over iets een mening heeft of waarom men zich nog niet daarover wil uitlaten. Het ontbreken van duidelijkheid in de beantwoording van vraag 2 wordt enigszins gecompenseerd door de vragen 2a en 3. Als er op 2a niet en op vraag 3 wel wordt gereageerd, is de bedoeling van vraag 2 wel duidelijk. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval: wie 'pro' is vult niets in bij vraag 3. Beantwoorden aan de verwachtingen hoeft niet persé positief te zijn. Er is een respondent die verwijst naar de informatie van de Directeur MLM en wist wat hij kon verwachten. Hij antwoordt dan ook dat het NMM aan zijn verwachtingen voldoet.... Maar uit de verdere reactie blijkt dan toch dat die verwachtingen erg laag waren en dat de respondent in kwestie het NMM helemaal niet ziet zitten. Maar wat zijn nu die resultaten.3'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Spinner | 2015 | | pagina 51